Grundwortschatz 11 + dass/das - am/um - wenn/wann
1 / 28
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
goed voor het milieu
Slide 3 - Open question
het politiebureau
Slide 4 - Open question
de speciaalzaak
Slide 5 - Open question
het winkelcentrum
Slide 6 - Open question
verhuizen
Slide 7 - Open question
direct in de buurt
Slide 8 - Open question
De auto is nog bij de garage
Slide 9 - Open question
in mijn woonplaats
Slide 10 - Open question
Deze gebouwen zijn laag
Slide 11 - Open question
Hij woont in Zwitserland
Slide 12 - Open question
Ik woon op een eiland
Slide 13 - Open question
We zijn vaak aan de kust
Slide 14 - Open question
boven het raam
Slide 15 - Open question
... es kein Problem ist für dich, komme ich gerne ... Samstag.
A
wann - am
B
wenn - um
C
wenn - am
D
wann - um
Slide 16 - Quiz
de deur dichtdoen
Slide 17 - Open question
hoge bomen
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Kannst du vielleicht ... Montag?
A
am
B
um
Slide 20 - Quiz
Wo hast du ... gelesen?
A
dass
B
das
Slide 21 - Quiz
Bis ... haben wir Zeit für diese Aufgabe?
A
wann
B
wenn
Slide 22 - Quiz
Kannst du vielleicht ... drei?
A
am
B
um
Slide 23 - Quiz
... wieviel Uhr fängt der Film an?
A
am
B
um
Slide 24 - Quiz
Bist du dir sicher, ... Petra dann auch kann?
A
dass
B
das
Slide 25 - Quiz
Von .... bis .... habt ihr Ferien?
A
wenn - wann
B
wann - wenn
C
wenn - wenn
D
wann - wann
Slide 26 - Quiz
Was machen wir, .... Petra und Peter nicht kommen?
A
wann
B
wenn
