Grammatica 2 havo

 Het persoonlijk en vragend voornaamwoord
In de vierde en derde naamval
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

 Het persoonlijk en vragend voornaamwoord
In de vierde en derde naamval

Slide 1 - Slide

Heute
- Lernziele 
- Personalpronomen (Persoonlijk voornaamwoord)
- Übung Präpositionen 
- Kahoot
- Interrogativpronomen (vragend voornaamwoord)
- Arbeidsheft 
- Abschluss

Slide 2 - Slide

Lernziele
Am Ende der Stunde 

- Kannst du die Personalpronomen (Persoonlijk voornaamwoord) und Interrogativpronomen (vragend voornaamwoord) benutzen im Akkusativ (4) und Dativ (3). 

- Kennst du die verschiedene Präpositionen (Akkusativ und Dativ).

Slide 3 - Slide

Die Ampel
Zelfstandig aan het werk



Zachtjes overleggen

Slide 4 - Slide

Personalpronomen

Slide 5 - Slide

Vragend voornaamwoord in de vierde naamval

Wer ist das?
Wie is dat?

Für wen sind diese Möbel
Voor wie zijn deze meubels?

Slide 6 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval
Ich komme morgen auch!
Ik kom morgen ook!

Hast du mich gesehen? 
Heb je mij gezien?

Hast du vielleicht 2 Euro für mich?
Heb jij misschien 2 euro voor mij?

Slide 7 - Slide

Vertaling voorzetsels vierde naamval (Präpositionen)
für
um
gegen
durch
ohne
bis
zonder
tot
door
voor
om
tegen

Slide 8 - Drag question

Kahoot 




Klapp dein Buch zu!

Slide 9 - Slide

Arbeitsheft
10 Minuten 

Fertig? Selbst korrigieren 

Lesen Theorie Seite 114 bis 116 im Buch
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de derde naamval
Ich komme morgen auch!
Ik kom morgen ook!

Bitte gib mir das Heft
Geef mij dat blaadje


Meine Mutter diskutiert oft lange mit mir.
Mijn moeder discussieert vaak lang met mij.  


Slide 11 - Slide

Was habt ihr neues gelernt?
Exit Ticket 

Willst du mit ................. (mij) reden? 

Slide 12 - Slide