BS5 Gedrag

BS 5 Gedrag
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

BS 5 Gedrag

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat gedrag is.
- Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
- Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 2 - Slide

Gedrag
Gedrag van organismen bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen en samen een doel hebben. Wanneer verschillende handelingen elkaar in een vaste volgorde opvolgen noem je een gedragsketen. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Reactie op een prikkel
Een prikkel is een invloed uit de omgeving op een organisme. Zintuigen reageren op prikkels door impulsen naar de hersenen te sturen. 
Bij een bewuste reactie sturen
de hersenen vervolgens impulsen
naar de spieren. Een reactie op een
prikkel heet een respons.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Motivatie
Inwendige prikkel is een prikkel die in het lichaam ontstaat. 
Een uitwendige prikkel komt van buiten het lichaam en kun je via je zintuigen waarnemen. 
De motivatie is de bereidheid tot
het verrichten van bepaald gedrag.

Slide 8 - Slide

Gedrag
Gedrag is voor een deel aangeboren (gelijk vanaf geboorte) en voor een deel aangeleerd (je moet het eerst leren). 

Slide 9 - Slide

Sociaal gedrag
Het gedrag van soortgenoten naar elkaar noem je sociaal gedrag. Bij sociaal gedrag is een handeling van een dier (of mens) een prikkel voor een handeling van een soortgenoot. 
Een prikkel of handeling bij sociaal
gedrag noem je een signaal. 

Slide 10 - Slide

Gedrag van mensen
Waarden zijn de dingen die mensen belangrijk vinden in het leven. Normen zijn gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden.
Normen zijn gebaseerd op
waarden.

Slide 11 - Slide

Verschillende betekenissen
Het feitelijke gedrag dat je
waarneemt is een observatie.
Bij een hond die kwispelt, is de
observatie: de hond beweegt
zijn staart op en neer. Wat jij
denkt dat dit gedrag betekent,
noem je de interpretatie.

Slide 12 - Slide

Zelfstandig werken
Maken BS 5 van thema 5. 

Klaar? Omschrijf aan je schoudermaatje een situatie, waarbij je schoudermaatje moet raden of het om aangeboren of aangeleerd gedrag gaat. 

Slide 13 - Slide

Leerdoelen behaald?
- Je kunt uitleggen wat gedrag is.
- Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
- Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video