Ec. bekeken 4TL: 4.1

Hoofdstuk 4: Inkomen
4.1 De inkomens verschillen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Inkomen
4.1 De inkomens verschillen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kan uitleggen waarom er inkomensverschillen zijn binnen en tussen landen

Slide 2 - Slide

Van welke drie beroepen zou je willen weten hoeveel men verdient?

Slide 3 - Open question

Activerende opdracht
Zoek op deze website de zojuist genoteerde drie beroepen op en noteer voor jezelf het gemiddelde bruto maandsalaris. 

Vul in bij: 
"zoek je beroep" --> het beroep wat je wilt weten
"aantal gewerkte jaren sinds eerste baan" --> 0

Slide 4 - Slide

Wat valt je op?

Slide 5 - Open question

4.1 inkomens verschillen
Inkomensbron (primair/secundair) 
  • Arbeid (loon) 
  • Bezit (rente, winst, huur of pacht) 
Voor-/nadelen inkomensverschillen
Voordelen                                      Nadelen
Harder werken                               Zelfde inspanning voor                                                                    andere inkomens
Verder doorleren                           Maatschappelijke onrust

Primair/Secundair?
Primair inkomen = loon, rente, huur, pacht en winst
Secundaire inkomen = inkomen zonder tegenprestatie (bijstand, huurtoeslag en kindertoeslag)

Slide 6 - Slide

4.1 inkomens verschillen
Om verschillen in inkomen zichtbaar te maken is de Lorenzcurve bedacht. Hierin zien we in een oogopslag hoe het inkomen in een land is verdeeld. 

Hoe dikker de "buik", hoe oneerlijker het inkomen verdeeld is
Hoe platter de "buik", hoe eerlijker het inkomen verdeeld is.

Zie het volgende filmpje voor verduidelijking. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

4.1 inkomens verschillen
Wanneer mensen in de bijstand zitten kunnen ze terecht komen in de armoedeval:
- Het verschijnsel waardoor het niet aantrekkelijk is om te gaan werken

Wat zegt dit plaatje?
Vergijzing! Wanneer het aantal gepensioneerde hoger ligt dan het aantal werkenden. 

Slide 9 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 10 - Slide

Noem drie dingen die je geleerd hebt

Slide 11 - Open question

Noem twee dingen die je zou willen leren

Slide 12 - Open question

Noem een vraag die je nog beantwoord wilt hebben

Slide 13 - Open question

Aan het werk!
Maak (met oortjes): 
- H4.1 opdracht 1 t/m 9
- Rekentrainer van 4.1


Slide 14 - Slide