What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hulpwerkwoord en Zelfstandig werkwoord
Hulpwerkwoord en Zelfstandig werkwoord
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
10 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hulpwerkwoord en Zelfstandig werkwoord
Slide 1 - Slide
Zelfstandig werkwoord
Een zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin.
Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin!
Heeft een zin maar één werkwoord? Dan is het
altijd
een
zelfstandig werkwoord
.
Slide 2 - Slide
Hulpwerkwoord
Meer werkwoorden in de zin?
Dan is er (minstens) één het hulpwerkwoord.
Het hulpwerkwoord geeft
"hulp"
aan het zelfstandige werkwoord.
Het hulpwerkwoord heeft zelf
geen duidelijke betekenis.
Ik
heb
gegeten
.
Dit
moet
verwijderd
worden.
Slide 3 - Slide
2. hulpwerkwoord (hww)
Een
hulpwerkwoord
is nodig om
het
voltooid deelwoord
en het
infinitief
(hele werkwoord) in een zin te kunnen vormen.
Meestal werkwoorden zoals:
hebben, zijn, worden, zullen, willen, kunnen, moeten
Jan
heeft
gefietst
.
Jan
zal
hard
fietsen
.
hww = heeft, zww = gefietst
hww = zal, zww = fietsen
Slide 4 - Slide
Voorbeelden
hww
en
zww
Wij
schrijven
netjes in ons schrift.
In de winkel
hebben
ze brood
gekocht
.
Ik
hoop
nog ver te
kunnen
fietsen
.
Slide 5 - Slide
Daniël kan dat niet gedaan hebben.
Wat is het zelfstandig werkwoord?
A
kan
B
gedaan
C
hebben
Slide 6 - Quiz
Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?
Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
Slide 7 - Quiz
Ik heb tegen de bal geschopt
Het zelfstandig werkwoord is:
A
geschopt
B
tegen
C
ik
D
heb
Slide 8 - Quiz
voor
blw
zn
hww
zww
olw
bn
De
meisjes
bakten
een
heerlijke
appeltaart
Harmen.
Slide 9 - Drag question
Zet een 'zww' bij alle zelfstandig werkwoorden en een 'hww' bij alle hulpwerkwoorden.
De top 2000 werd uitgezonden op radio 2
Tijdens de vakantie zijn we om het hele eiland heen gezwommen
ZWW
ZWW
HWW
HWW
Slide 10 - Drag question
Zet een 'zww' bij alle zelfstandig werkwoorden en een 'hww' bij alle hulpwerkwoorden.
De storm zou veel leerlingen van hun fiets waaien
Uiteindelijk fietsen we gewoon naar huis.
ZWW
ZWW
HWW
HWW
Slide 11 - Drag question
Mijn zus wil morgen komen eten.
HWW:
ZWW:
Wil
Eten
Komen
Slide 12 - Drag question
Ik kan een hww en een zww hekennen!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 13 - Poll
More lessons like this
Grammatica WS: zww en hww
January 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
HWW en ZWW
September 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
grammatica 1 hww en zww les 2
January 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
September 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Grammatica WS: zww, kww en hww
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatica WS: zww, kww en hww
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HA grammatica woordsoorten hoofdstuk 3
February 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H2 - Grammatica - oefeningen met ng/wg en zww/hww/kww
September 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2