Les 3 Hart

Thema 3 Bloedsomloop
Les 3.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 3 Bloedsomloop
Les 3.

Slide 1 - Slide

Bloed moet voortdurend stromen om zuurstof en voedingsstoffen naar de organen te brengen.
De bloedsomloop houdt alle cellen van het lichaam in leven.
Bloed blijft onophoudelijk circuleren (rondgaan).
De pomp die de bloedsomloop in beweging houdt, is het hart.
Herhaling
pak je laptop en log in

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen in het bloed?
A
de grote bloedsomloop
B
de kleine bloedsomloop
C
de dubbele bloedsomloop

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

In welk deel van het hart (zie figuur) komt het bloed uit de longader het eerst terecht?
A
Linker boezem
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Rechter kamer

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen
Na dit hoofdstuk:
• Ken je de bouw, de functie en de werking van het hart.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Weet je het verschil tussen de kleine en grote bloedsomloop.

Ken je de bouw, de functie en de werking van het hart.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Het hart ligt in de borstholte, iets naar links onder het borstbeen.
Een hart is ongeveer zo groot als een vuist. Het hart is de pomp van de bloedsomloop. Je hart klopt je leven lang onafgebroken. Tussen twee hartslagen is het hart een paar tienden van seconden in rust en dan klopt het weer verder.

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Buitenkant
Binnenkant

Slide 9 - Slide

hart is een grote spier: heeft zuurstof en glucose/suiker/brandstof nodig

kransslagaders en kransaders.
boezems en kamers
hartkleppen/halvemaanvormige kleppen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Functies van het hart
Het hart is een spier die als een pomp werkt.
Het rondpompen van het bloed door het hart kun je voelen.
Bijvoorbeeld bij je pols of in je hals. Tijdens het rondpompen wordt de wand van de slagaders steeds iets naar buiten gedrukt. Dit gebeurt op het ritme van de hartslag.

Je hart maakt geluid.
Dit wordt veroorzaakt door de hartkleppen en slagaderkleppen.
Een arts luistert naar de geluiden die het hart maakt met een stethoscoop.
Je kunt zelf het geluid ook horen, bijvoorbeeld door je oor op iemands borst te leggen.
Als je een wc-rolletje gebruikt hoor je het geluid nog beter. Kijk of je je eigen hartslag kunt voelen tijdens het practicum hartslag.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Practicum hartslag
Je gaat samen met een klasgenoot onderzoeken wat de invloed
van inspanning is op je hartslag.

Ga naar het practicum hartslag meten in je werkboek (blz 8)

Lees het practicum een keer helemaal door.
Zorg dat je een stopwatch hebt en voer het practicum uit.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ben je klaar?
Maak dan de opdracht blz 8 en blz 10

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Link

This item has no instructions