Week 33 (week 19 2022) M2 Grammatica 4de naamval

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Guten Tag

Wie geht es euch?

Bitte,  leg dein Buch und Heft vor dich auf den Tisch!

Wat gaan we doen?

• Logo schauen
  
• Grammatik: Personalpronomen 1., 3. und 4. Fall
  

zuerst.....les-/dagopening

ein Filmchen

www.zdf.de

Lernziele:

• je kunt uitleggen wat naamvallen zijn;

• je leert de vormen van de persoonlijk voornaamwoorden in de eerste en de vierde naamval;

• je leert de voorzetsel met hun  betekenis die de vierde naamval krijgen (na deze voorzetsel moet je ALTIJD de vierde naamval gebruiken);
• je leert het persoonlijk voornaamwoord in de eerste en de vierde naamval toe te passen in een zin.
  

Herhalen

Denk even na.....

• wat is een persoonlijk voornaamwoord?
• wanneer gebruik je een persoonlijk voornaamwoord?
• welke Duitse persoonlijk voornaamwoorden ken je?
• en..... wat weet je nog meer??

Personalpronomen

Persoonlijke voornaamwoorden

Een persoonlijk voornaamwoord gebruik je:

 

• om herhaling van naam/persoon/ding te voorkomen

• in plaats van een persoon/personen of een ding/dingen

Bijvoorbeeld:

De vrouw loopt op straat. Ze gaat naar de slager.

 een zelfstandig naamwoord kan door een persoonlijk voornaamwoord worden vervangen

LET ER DAN OP OF HET ZELFSTANDIG NAAMWOORD MANNELIJK, VROUWELIJK, ONZIJDIG OF MEERVOUD IS!!!

Elk zelfstandig naamwoord heeft een geslacht en op basis daarvan wordt het persoonlijk voornaamwoord gebaseerd:

das Pferd (o) wordt es

 der Vater (m) wordt er

die Maus wordt sie

die Kinder wordt sie 

Personalpronomen

1ste naamval = onderwerp

De eerste naamval wordt gebruikt als het woord het onderwerp van de zin is.

Het onderwerp vind je door te vragen : 

wie of wat + alle werkwoorden.

Voorbeeld:

NL: De vrouw koopt een boek. --> Wie koopt er? = onderwerp

DU: Die Frau kauft ein Buch.

Personalpronomen

4de naamval = lijdend voorwerp

De vierde naamval wordt gebruikt wanneer het woord een lijdend voorwerp is.

Het lijdend voorwerp vind je door te vragen: 

‘wie/wat + alle werkwoorden + onderwerp’. 

Bijvoorbeeld: 

NL: De vrouw koopt een boek. -> Wat koopt de vrouw?

Een boek = lijdend voorwerp

DU: Die Frau kauft ein Buch. 

1ste naamval

ich

du

er

sie

es 

wir 

ihr

sie/Sie

4de naamval

mich

dich

ihn

sie

es

uns

euch

sie/Sie

Präpositionen (voorzetsels)

voorzetsels die de vierde naamval krijgen!

durch

für

ohne

um

bis

gegen

entlang

door

voor

zonder

om

tot

tegen

langs, voorbij

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!

samengevat!

1e naamval = onderwerp

                            * ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie

                           

4e naamval = lijdend voorwerp

                           *  mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie/Sie

                           * na de voorzetsels durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang

 

                                          

Stappenplan

Het stappenplan helpt je om de juiste vorm in de juiste naamval van een persoonlijk voornaamwoord te vinden!

samengevat!

1e naamval = onderwerp

                            * ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie

                           

4e naamval = lijdend voorwerp

                           *  mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie/Sie

                           * na de voorzetsels durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang

                        

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was:      Oscarromerotalen: kies zelf minimaal 3

               opdrachten en maak deze:

               (13-1 tot en met 13-15)

Wie:       selbstständig

Hilfe:      die Grammatik auf Seiten 50 und 51 en het

                stappenplan

Zeit:        25 Minuten
Fertig?  maak 2, 4, 6, 7, 8, 9 Wiederholung op blz 156 - 159

Hoe ver ben ik?

1. Ik snap alles
2. Ik snap het redelijk goed
3. Ik snap het een beetje
4. Ik snap het niet

Heb ik de leerdoelen behaald?

• kan ik uitleggen wat een naamval is?
• weet ik wat de eerste en de vierde naamval zijn?
• ken ik de vormen van de persoonlijk voornaamwoorden in de eerste en de vierde naamval?
• ken ik de voorzetsels en de  betekenis van de voorzetsels die de vierde naamval krijgen?
• kan ik de eerste en de vierde naamval toepassen in een zin?
  

Huiswerk

HAUSAUFGABEN:

MAKEN:

WIEDERHOLUNG KAPITEL 7 (blz 156 - 159):

Aufgaben  2, 4, 6, 7, 8, 9

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!

Guten Tag

Wie geht es euch?

Bitte, nehmt einen Laptop!

Stunde 2

Mediendossier

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!