H1A: formuleren §4 Pers. en bez. vnw- 04-03-25

Welkom H1A!
timer
2:00
Deze spullen heb ik nodig:

  • Leesboek
  • Werkboek (theorie boek Nederlands)
  • Etui
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom H1A!
timer
2:00
Deze spullen heb ik nodig:

  • Leesboek
  • Werkboek (theorie boek Nederlands)
  • Etui

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Oefeningen §3 nakijken: opdracht 1 t/m 4 (blz. 234) (10 min)
  3. Uitleg stof: §4: verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (10 min)
  4. Zelfstandig oefenen/ HW maken/ vragen stellen (35 min)
  5. Evaluatie (5 min)

Slide 2 - Slide


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Oefeningen §3 nakijken: opdracht 1 t/m 4 (blz. 234) (10 min)
  3. Uitleg stof: §4: verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (10 min)
  4. Zelfstandig oefenen/ HW maken/ vragen stellen (35 min)
  5. Evaluatie (5 min)

Slide 4 - Slide

Extra vragen...
  • Musa... heb je een antwoord voor ons?
  • Dat is toch geen kikker?!
timer
5:00

Slide 5 - Slide

 "Dat is toch geen kikker?!"

Waarom is het 'dat' en niet 'deze' of 'die'? 
(het is toch een de-woord?)
 

Slide 6 - Slide

dat is toch geen kikker?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Oefeningen nakijken §3 - p. 234
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Oefeningen nakijken §3 - p. 234
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Oefeningen §3 nakijken: opdracht 1 t/m 4 (blz. 234) (10 min)
  3. Uitleg stof: §4: verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (10 min)
  4. Zelfstandig oefenen/ HW maken/ vragen stellen (35 min)
  5. Evaluatie (5 min)

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les: 
- kan ik op de juiste manier met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden verwijzen

Slide 12 - Slide

Wat is een verwijswoord?
A
Een woord dat naar een ander woord verwijst
B
Een woord dat niet in het woordenboek staat
C
Een woord dat twee betekenissen heeft

Slide 13 - Quiz

Waarom verwijs je naar zelfstandige naamwoorden?

Slide 14 - Mind map

Verwijzen in een tekst
Herhalingen maken een tekst saai. Om te voorkomen dat je in een tekst steeds dezelfde zelfstandige naamwoorden schrijft, gebruik je verwijswoorden. Een verwijswoord wijst terug naar een woord (of een groepje woorden) dat eerder genoemd is. 

Slide 15 - Slide

Welke verwijswoorden ken je al uit 6.3?
Schrijfwijze:
..., ..., ..., ...

Slide 16 - Open question

Aanwijzende, persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
.
Welk verwijswoord je gebruikt, hangt af van het woordgeslacht van het zelfstandig naamwoord waarnaar het verwijst: mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o). Je hebt al geleerd dat je kunt verwijzen met deze, die, dit en dat. Je kunt ook verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.

Slide 17 - Slide

Zo verwijs je met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 18 - Slide

Welk woord is een verwijswoord in de zin 'Ik heb een boek gelezen, het was erg interessant.'?
A
Interessant
B
Gelezen
C
Boek
D
Het

Slide 19 - Quiz

Welk woord is een verwijswoord in de zin 'Mijn vader is jarig'?
A
Mijn
B
vader
C
is
D
jarig

Slide 20 - Quiz

Welk verwijswoord kan gebruikt worden om naar een meervoudig zelfstandig naamwoord te verwijzen?
A
Hij
B
Ze
C
Zij
D
Het

Slide 21 - Quiz

Maak een voorbeeldzin met jouw lievelings superheld (bijv. Superman of Elsa) en verwerk een verwijswoord in de zin.

Slide 22 - Mind map

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Oefeningen §3 nakijken: opdracht 1 t/m 4 (blz. 234) (10 min)
  3. Uitleg stof: §4: verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (10 min)
  4. Zelfstandig oefenen/ HW maken/ vragen stellen (35 min)
  5. Evaluatie (5 min)

Slide 23 - Slide

Zelfstandig oefenen/ HW maken/ vragen stellen 
Maak voor maandag 10 maart: oefening 1 pag. 237 en de oefeningen die ik op Magister zet

Klaar? --> laat maar zien hoe je het gedaan hebt! 
Inderdaad klaar? --> dan krijg je van mij extra oefeningen   
timer
35:00

Slide 24 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Stil lezen (10 min)
  2. Oefeningen §3 nakijken: opdracht 1 t/m 4 (blz. 234) (10 min)
  3. Uitleg stof: §4: verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (10 min)
  4. Zelfstandig oefenen/ HW maken/ vragen stellen (35 min)
  5. Evaluatie (5 min)

Slide 25 - Slide

Evaluatie
timer
5:00

Slide 26 - Slide