Les 2: 3.1-3.2-3.4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Paragraaf 3.1

Door Maud - Dagmar - Lucille

Wat vormen de 5 p's?

1. Promotiebeleid
2. Marketingmix

Wat gebeurd er als je reclame maakt?

1. De verkoop gaat minder
2. De verkoop blijft hetzelfde
3. De verkoop gaat omhoog
4. De verkoop stijgt en daalt weer

Op welke plaats is het beste om een winkel te hebben?

1. Drukbezocht stadscentrum
2. Naast het stadscentrum
3. Afgelegen van alles
4. Naast een drukbezochte winkel

Wat is het belangrijkste bij een product?

1. Ruime keuze
2. Mooie verpakking
3. Goede kwaliteit
4. Dat het product doet wat het moet doen

Als winkeliers weten hoe ze producten moeten verkopen, dan hebben ze verstand van...

1. plaatsbeleid
2. productiebeleid
3. reclame maken
4. marketing

Waar bestaat de marketingmix uit?

1. prijs/productie/plaats/ personeels en promotiebeleid
2. aanbiedingen, reclame, prijsverschillen en het verkopen
3. promotie, promotiebeleid, sponsors en reclame
4. personeelsbeleid, winkeliers en prijsniveau/beleid

Wat is een goede inrichting voor een supermarkt?

1. Euromarkt
2. Centermarkt

Wat moet personeelsbeleid voldoen?

1. de prijzen van de producten verlagen en promotie geven
2. niet goed kunnen adviseren en geen kennis hebben over de producten
3. vriendelijk zijn, kennis hebben van de producten en advies kunnen geven
4. vriendelijk zijn en de prijzen van de producten verhogen

Als een winkelier rekening houd met dat veel klanten op prijzen letten, wat voert hij dan?

1. Een productiebeleid
2. Een plaatsbeleid
3. Een promotiebeleid
4. Een prijsbeleid

Een sportwinkel staat in het stadscentrum, dat is een voorbeeld van...

1. Productiebeleid
2. Plaatsbeleid
3. Stadsplekbeleid
4. Promotiebeleid

Paragraaf 3.2

Door: Iris - Caz - Eline

Wat is brutowinst?

1. Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet
2. Het verschil tussen bedrijfskosten en nettowinst
3. Het verschil tussen nettowinst en nettoverlies
4. Het verschil tussen inkoopwaarde en brutowinst

De nettowinst wordt gebruikt voor het levensonderhoud van de eigenaar.

1. Waar
2. Niet waar

Inkoopwaarde + bedrijfskosten + nettowinst =

1. Omzet
2. Brutowinst
3. Inkoopwaarde
4. Nettowinst

Wat is nettoverlies?

1. Dat je niet al het geld hebt verdient wat je wel hebt uitgegeven aan je bedrijf.
2. Dat je al het geld hebt verdient wat je wel hebt uitgegeven aan je bedrijf

Wat is de berekening om brutowinst te berekenen?

1. de omzet – de inkoopwaarde
2. de omzet + de inkoopwaarde
3. Nettowinst - Bedrijfskosten
4. bedrijfskosten + nettowinst

Wat is de verkoopopbrengst?

1. Al het geld wat er op een dag wordt verdient.
2. De loonkosten
3. De maandsalaris
4. De inkoopwaarde

Wat zijn bedrijfskosten?

1. huur, energie kosten en reclame
2. Een tv
3. Huis
4. Drinken

Max is fietsen maker, zijn brutowinst is deze week lager dan zijn bedrijfskosten. Maakt hij dan winst of verlies?

1. Verlies
2. Winst

Verlies ontstaat als de bedrijfskosten Hoger/Lager zijn dan de brutowinst.

1. Hoger
2. Lager

Een advertentie is een voorbeeld van?

1. Verkoopkosten
2. Loonkosten
3. Huisvestingskosten
4. Bedrijfskosten

Paragraaf 3.4

Door: Tim - Luc - Jarnik

wat is het indexcijfer van een basisjaar

1. 100
2. 25
3. 75
4. 50

wat is de formule van het indexcijfer

1. ​basisjaar​​verslagjaar​​⋅100
2. ​verslagjaar​​basisjaar​​⋅100
3. ​verslagjaar​​basisjaar​​−100

hoeveel procent is het omhoog gegaan als het 104 is

1. 10%
2. 4%
3. 50%
4. 6%

hoe bereken je het verschil in procenten met basisjaar

1. nieuw indexcijfer-100
2. nieuw indexcijfer+100
3. nieuw indexcijfer :100
4. nieuw indexcijfer X100

hoe bereken je het verschil in procenten met ander jaar

1. ​nieuw​​(oud−nieuw)​​⋅100
2. ​oud​​(nieuw−oud)​​+100
3. ​nieuw​​(nieuw−oud)​​+100
4. ​oud​​(nieuw−oud)​​⋅100

hoe reken je het indexcijfer uit

1. (gegeven van dat jaar : gegeven van basisjaar) X 100
2. (gegeven van die maand : gegeven van basisjaar) X 100

wat kun je met een indexcijfer?

1. procentuele afname aflezen
2. procentuele toename aflezen
3. procentuele verandering aflezen

Wat kan je met een indexcijfer?

1. gemakkelijk zien hoeveel km per uur je gaat
2. gemakkelijk procentuele veranderingen aflezen
3. gemakkelijk zie hoe snel iets gaat
4. gemakkelijk geld berekenen

als je procentuele verandering uitrekent kan je die dan allemaal op de zelfde manier berekenen?

1. Ja
2. Nee

kan je zonder het basisjaar de berekening nog doen?

1. ja dat kan nog steeds
2. nee je moet hem nodig hebben
3. ja want je kan ook een ander getal gebruiken
4. nee want dan klopt de berekening niet