geschiedenis

Geschiedenis
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Geschiedenis

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
-Lezen in je leesboek: 15 minuten

- Geschiedenis: tekst 3.1 bladzijde 32 en 33. 
Maak een proefwerk.



Slide 3 - Slide

Lesdoel
-We hebben gelezen.

-We hebben een start gemaakt met het leren van het proefwerk geschiedenis. 


Slide 4 - Slide

timer
15:00

Slide 5 - Slide

Lesprogramma
-Lezen in je leesboek: 15 minuten



-Geschiedenis: tekst 3.1 bladzijde 32 en 33.


Slide 6 - Slide



Je mag voor leraar spelen!

Slide 7 - Slide

Je gaat zelf een proefwerk maken. 
Waarom? 
Bij biologie, geschiedenis en aardrijkskunde moet je veel lezen. 
Het maken van vragen is een manier om de tekst samen te vatten en goed te leren begrijpen. 
We gaan vragen bedenken die horen bij de tekst. De antwoorden moeten in de tekst terug te vinden zijn. 
Aan het einde van de les heb je een start gemaakt met het leren van je  proefwerk geschiedenis. 

Slide 8 - Slide

Hoe maak je vragen? 
Lees de eerste alinea en stel een vraag over iets wat jij denkt dat belangrijk is. 

Bijvoorbeeld: 
Wanneer reisde de Frankische koning Karel de Grote van Duitsland naar Italië?
Volgens de paus was Karel de Grote de opvolger van....?
Wat houdt het leenstelsel in? 

Slide 9 - Slide

Opdracht: Maak zelf een proefwerk.

1. Maak een proefwerk over hoofdstuk 3.1
2. Maak 10 vragen en geef de antwoorden. 
3. Schrijf de vragen netjes op een blaadje.
4. Schrijf de antwoorden op een ander blaadje.
5. Schrijf erbij hoeveel punten de leerling kan behalen met iedere vraag.  
6. Als je proefwerk klaar is, gaan anderen je proefwerk maken.
7. Daarna kijk je het gemaakte proefwerk na. 

Slide 10 - Slide

Opdracht: Maak zelf een proefwerk.
 We doen deze opdracht in duo's. Waarin we de rollen verdelen.

Rol 1. Schrijver
Rol 2. Opzoeker
Samen controleren op de spelling. 

Benodigdheden: boek / stencil

Slide 11 - Slide

Opdracht: Maak zelf een proefwerk.
1. Maak een proefwerk over hoofdstuk 3.1
2. Maak 10 vragen en geef de antwoorden.
3. Schrijf de vragen netjes op een blaadje.
4. Schrijf de antwoorden op een ander blaadje.
5. Schrijf erbij hoeveel punten de leerling kan behalen met iedere vraag.
6. Als je proefwerk klaar is, gaan anderen je proefwerk maken.
7. Daarna kijk je het gemaakte proefwerk na.
We doen deze opdracht in duo's. Waarin we de rollen verdelen.
Rol 1. Schrijver
Rol 2. Opzoeker
Samen controleren op de spelling. 

Slide 12 - Slide

Tijdschema
-Maak 10 vragen:
Schrijf op blad 1 de vragen 
Schrijf op blad 2 antwoorden de antwoorden                 15 minuten
Denk ook aan de PUNTEN

-Proefwerk van een ander groepje maken.                       15 minuten

-Het proefwerk dat je zelf hebt gemaakt nakijken.         5 minuten

Slide 13 - Slide

Tijdschema
-Maak 10 vragen:
 Schrijf op blad 1 de vragen 
Schrijf op blad 2 antwoorden de antwoorden                 15 minuten
Denk ook aan de PUNTEN


timer
15:00

Slide 14 - Slide

Tijdschema


-Proefwerk van een ander groepje maken.                       15 minuten


timer
15:00

Slide 15 - Slide

Tijdschema


-Het proefwerk dat je zelf hebt gemaakt nakijken.         5 minuten
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Goed gewerkt!

Slide 17 - Slide

Lesprogramma
-Lezen in je leesboek. 


-Proefwerk gemaakt.




Slide 18 - Slide

Hoe vonden jullie de opdracht? 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Succes in de proefwerkweek!

Slide 21 - Slide

Frankische koning: 
Karel de Grote

Slide 22 - Slide

X
X
X
  X
December jaar 800
Karel de Grote reist van Duitsland naar  Rome (Italië).

Slide 23 - Slide

Volgens de paus was: 
Karel de opvolger van de Romeinse keizers.
Het Frankische rijk de opvolger van het West-Romeinse rijk.

Slide 24 - Slide

Franken
-Germaans volk
-hadden een koninkrijk gesticht in België en Frankrijk.
-Koningen hadden het rijk door veroveringen steeds meer uitgebreid, hierdoor besloeg het Frankische rijk een groot deel van Europa. 

Slide 25 - Slide

X
X

December jaar 800
Karel de Grote reist van Duitsland naar  Rome (Italië).

Slide 26 - Slide

Hoge edelen
= adel




hertog
graaf
heerschappij
leenheer
leenman

= HET LEENSTELSEL
-aanzienlijke (hooggeplaatste) personen die voorrechten (ze werden voorgetrokken) hadden in de samenleving. Ze werden benoemd door Karel de Grote om een gebied te besturen.  

bestuurder van een hertogdom
een graaf bestuurde een graafschap
 macht 
koning
de edelman (adel)     

Slide 27 - Slide

Leenstelsel
De leenman werd benoemd door de leenheer (de koning). 
Hij legde zijn handen tussen die van de koning en legde de eed af dat hij trouw zou blijven aan de koning.
-De leenman: 
  • mocht inkomsten uit zijn gebied halen.
  • moest zorgen voor orde en veiligheid.
  • moest militairen leveren voor het leger. 

Slide 28 - Slide

Politieke verdeeldheid
Na Karel zijn dood veranderden de verhoudingen tussen de leenheren en leenmannen. 
-Leenmannen gingen steeds meer zelfstandig regeren.
-Hun positie werd erfelijk.
-Ze gingen zelf leenmannen benoemen om kleinere gebieden te besturen.
veel oorlogen

Slide 29 - Slide

Onveilige tijd
  • Door politieke verdeeldheid.
  • Door invallen van de Vikingen.

Slide 30 - Slide

Vinkingen
= Germanen uit Scandinavië 
die langs de Europese kusten 
en rivieren met hun lichte en 
snelle boten kerken en 
stadjes beroofden.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

De Vikingen vallen Nederlandse handelsplaatsen aan
In de 8ste en 9de eeuw was Dorestad de belangrijkste handelsstad van de Lage Landen. Dorestad lag op de splitsing van de Rijn en de Lek, ongeveer waar nu Wijk bij Duurstede ligt. Er woonden voor die tijd veel mensen, een paar duizend, die handelden in slaven, huiden, textiel en voedsel. Door zijn rijkdom wekte Dorestad de interesse van de Vikingen. En ook al lag de stad behoorlijk ver landinwaarts, het hield de lichte Vikingschepen niet tegen. Vikingen voeren de Nederlandse rivieren op en vielen Dorestad tussen 834 en 863 meerdere keren aan. Na elke aanval bouwden de bewoners hun stad weer op, maar toch raakte de handelsplaats aan het einde van de 9de eeuw in verval. Of dat kwam door de Vikingaanvallen of iets anders is niet duidelijk.


Slide 34 - Slide

Eenheid onder Karel de Grote door?
-1 muntsysteem van ponden en penningen
een soort Europese Unie (EU)
een politieke en economische samenwerking

-9e eeuw: 1 koning
-21e eeuw: elk land heeft zijn eigen leiders en men mag de EU ook weer verlaten.

Slide 35 - Slide

Veiligheid
-Edelen gingen kastelen bouwen om zichzelf, het gebied en het volk te beschermen. 
-Hoge houten gebouwen met daaromheen een gracht en omheining. 
-Later stenen vestingen met dikke muren.
-Edelen namen voetsoldaten en ridders (militairen te paard) in dienst voor orde en veiligheid. 


Slide 36 - Slide

Muiderslot

Slide 37 - Slide

Muiderslot
Het Muiderslot ligt – niet geheel verrassend – in het Noord-Hollandse Muiden. Het werd gebouwd rond 1285, ter bescherming van de rivier de Vecht en het bisdom Utrecht. In 1296 werd het verwoest, om in 1370 herbouwd te worden. Sinds 1878 is het een Rijksmuseum. Bezoekers kunnen er nu de sfeer van de Hollandse Gouden Eeuw proeven, na restauraties van de kamers en tuin.

Slide 38 - Slide