5V verlichting oefentoets

Megalesson-up Verlichting
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Megalesson-up Verlichting

Slide 1 - Slide

Noem 3 verschillen tussen de renaissance en de verlichting.

Slide 2 - Open question

Wanneer was de Verlichting
A
De 16e eeuw
B
De 17e eeuw
C
De 18e eeuw
D
De 19e eeuw

Slide 3 - Quiz

Welke leus past er bij de verlichting?

Slide 4 - Open question

Wat is waar over de 'Preciezen'?
A
Ze geloofden dat je door goed gedrag in de hemel kwam.
B
Ze fundeerden de eerste vertaling van de Bijbel in officieel Nederlands.
C
Ze hebben de synode van Dordrecht laten mislukken.
D
Johan de Wit was één van hen.

Slide 5 - Quiz

Remonstranten
Contraremonstranten
Patriotten
Gewesten
Met goed gedrag kom je in de hemel
Johan van Oldebarneveld
Willem van Oranje
Predestinatie
Leger

Slide 6 - Drag question

Hoe kwamen de gebroeders de Witt om het leven?
A
Onthoofd
B
Door een zwaard
C
Gevierendeeld
D
Doodgeschoten

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de drie kenmerken van de literatuur uit de verlichting?

Slide 8 - Open question

Wat voor land was Nederland in de Verlichting, volgens Voltaire?
A
Land van de spectators
B
Land van de intellectuele uitwisseling
C
Land van cultuur en handel
D
Land van kranten en boeken

Slide 9 - Quiz

Wat is het equivalent van Rederijkerskamers in de Verlichting?
A
Planetarium
B
Coffeeshops
C
Koffiehuizen
D
Het theater

Slide 10 - Quiz

Noem vier genres uit de verlichting.

Slide 11 - Open question

Wat is de overeenkomst tussen de Kleine Grandisson en Sara Burgerhart?
A
Het zijn beide psychologische romans.
B
Het zijn beide briefromans.
C
Het zijn beide tijdschriften.
D
Het zijn beide imaginaire reisverhalen.

Slide 12 - Quiz

Om welke reden is Wimpie naar Engeland gestuurd?
A
Hij heeft zich slecht gedragen.
B
Hij moest mee met de VOC.
C
Wimpie moet goed gedrag leren van de kleine Grandisson.
D
Wimpie moet werken in Londen om dat die stad welvarender is.

Slide 13 - Quiz

“Ik dank ook alle avonden dien God voor dat geluk, en bidde, dat hy u noch lang bewaare.” Past dit citaat bij het algemene beeld vd verlichting?
A
ja, want geloof stond in die tijd centraal
B
Nee, want kritisch denken stond in die tijd centraal
C
Nee, want het individu stond in die tijd centraal
D
Ja, want in die tijd stond naastenliefde centraal

Slide 14 - Quiz

Waar staat de kleine Grandisson voor?

Slide 15 - Open question

Welke waarden van de Verlichting vind je terug in de kleine Grandisson?

Slide 16 - Open question

Wat is een parodie?
A
Een spottende nabootsing van een verhaal
B
Een verbeterde versie van een verhaal
C
Synoniem van satire
D
Een soort toneel

Slide 17 - Quiz

Noem 2 kenmerken van kinderliteratuur.

Slide 18 - Open question

Welke context zit er achter Reize door het Apenland?

Slide 19 - Open question

Op welke vijf manieren werd tijdens de Verlichting kennis gedeeld?

Slide 20 - Open question

Wie bouwde het Planetarium in Franeker?

Slide 21 - Open question

Wat deden mensen voornamelijk in koffiehuizen?
A
Koffiedrinken en roken
B
Spectators lezen
C
Discussiëren
D
Toneel spelen en zingen

Slide 22 - Quiz

Wie was de schrijver van Krinke Kesmes?

Slide 23 - Open question

Wat is het verschil tussen de eerste en tweede helft van de Verlichting op het gebied van toneel?

Slide 24 - Open question

Hoe heetten de schrijvers van Sarah Burgerhart?
A
Aagje Wolff en Betje Deken
B
Aagje Deken en Betje Wolff
C
Aagje Wolf en Bedje Deken
D
Wolfje Aag een Betje Deken

Slide 25 - Quiz