What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1V par. 2.5 bezittelijk voornaamwoord + passé composé
Schema
mijn
jouw
haar/zijn
le/ l'
mon
ton
son
la
ma
ta
sa
les
mes
tes
ses
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Schema
mijn
jouw
haar/zijn
le/ l'
mon
ton
son
la
ma
ta
sa
les
mes
tes
ses
Slide 1 - Slide
Let op klinkerbotsing en stomme h!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is EN begint met een klinker of stomme h, dan gebruik je
mon, ton, son.
Julie est mon amie.
son invitation.
Slide 2 - Slide
Of ik het mannelijk (mon, ton, son) of het vrouwelijk kies (ma, ta, sa) hangt af van:
A
Of de persoon (de bezitter) een man, vrouw of meerdere personen zijn
B
Of het werkwoord mannelijk, vrouwelijk, of meervoud is
C
Of het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort, mannelijk, vrouwelijk, of meervoud is
Slide 3 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.
_________ (mijn) soeur
A
mon
B
ma
C
son
D
sa
Slide 4 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.
_________ (mijn) oncle
A
ma
B
ta
C
mon
D
son
Slide 5 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies hetjuiste bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.
_________ (zijn) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa
Slide 6 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.
_________ (haar) grand-père
A
sa
B
ton
C
son
D
ta
Slide 7 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.
_________ (haar) grands-parents
A
mes
B
sa
C
ses
D
tes
Slide 8 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.
_________ (zijn) orange (v) (= sinaasappel)
A
sa
B
ma
C
son
D
ton
Slide 9 - Quiz
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes
... cousin (mijn)
Slide 10 - Open question
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes
... copain (haar)
Slide 11 - Open question
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes
_________ (haar) père
Slide 12 - Open question
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes
... amies (mijn)
Slide 13 - Open question
Zo goed ken ik de bezittelijke voornaamwoorden al:
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 14 - Poll
Passé composé:
Zij heeft gewerkt =
A
Elle travaille
B
Elle a travaillé
C
Elle travaillé
D
Elle a travailler
Slide 15 - Quiz
Passé composé:
Jij hebt ontmoet =
A
Tu as rencontré
B
Tu rencontres
C
tu a rencontré
D
Tu as rencontrer
Slide 16 - Quiz
Passé composé:
(manger) Hij heeft gegeten =
Slide 17 - Open question
Passé composé:
(habiter) U heeft gewoond =
Slide 18 - Open question
Passé composé:
(avoir) Zij (nl) hebben gehad =
Slide 19 - Open question
Passé composé:
(être) Wij zijn geweest =
Slide 20 - Open question
More lessons like this
1V par. 2.5 bezittelijk voornaamwoord + passé composé
November 2024
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Franse les havo 2 vrijdag 22 november voor PW aan
30 days ago
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Jaar 2 Chapitre 1 H bezittelijk voornaamwoord
November 2024
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1havo bezittelijk voornaamwoord
January 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
WO
Studiejaar 2
Bezittelijk voornaamwoord
November 2024
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Klas 1 & 2 Persoonlijk & Bezittelijk Voornaamwoorden
November 2024
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Bezittelijk voornaamwoord
April 2024
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Bezittelijk voornaamwoord
September 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2