Formuleren/ voorbeelden gebruiken-H.3-havo2

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe een tekst aantrekkelijker en duidelijker maakt door het gebruik van voorbeelden


1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe een tekst aantrekkelijker en duidelijker maakt door het gebruik van voorbeelden


Slide 1 - Slide

Een tekst of een spreekbeurt wordt leuker en duidelijker als je nu en dan een voorbeeld gebruikt. Met een voorbeeld leg je een moeilijk woord uit of maak je een situatie duidelijk.
Een voorbeeld kan kort zijn (een paar woorden), maar ook lang (een hele alinea). 

Soms kun je als eerste alinea van een tekst of een spreekbeurt een voorbeeld geven dat het onderwerp duidelijk maak

Slide 2 - Slide

Je kunt een voorbeeld aankondigen met een signaalwoord (bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, als, denk maar aan):
Het gaat al jaren slecht met de meeste weidevogelsoorten in Nederland. Cijfers van het CBS toonden vorig jaar aan dat bijvoorbeeld het aantal grutto’s, scholeksters en veldleeuweriken steeds verder daalt. De Vogelbescherming waarschuwt dat op termijn nog slechts 1500 grutto’s overblijven.

Slide 3 - Slide

Als je in voorbeelden cijfers noemt, maak ze dan zo aansprekend mogelijk

In het voorbeeld hierboven staat ‘nog slechts 1500 grutto’s’. Maar hoe weinig is dat en hoe erg is het? 

Je kunt er iets aan toevoegen, waardoor de ernst van de situatie duidelijker wordt:

Slide 4 - Slide

Dit is erg weinig, want rond 1960 broedden er in Nederland jaarlijks ongeveer 120.000 paren van deze vogelsoort. 

En zelfs in 2015, dat door wetenschappers het ‘slechtste jaar in de geschiedenis van de grutto’ werd genoemd, werd het aantal vogels nog geschat op zo’n 40.000. Een forse afname ten opzichte van 1960, maar nog altijd een stuk meer dan 1500.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Aan de slag

Slide 7 - Slide

Maken:

Formuleren 
Hfdst. 3
blz. 96

startopdr. + 
opdr. 1 t/m 3

Slide 8 - Slide

H2A-2021

Slide 9 - Slide

                                          H2B-2021

Slide 10 - Slide