1. Overleg met een van je buren en bespreek welke grapjes jullie leuk vinden.
2. Schrijf één grapje op in jullie eigen taal en probeer in het Nederlands uit te leggen waarom het grappig is.
3. Leg uit welke soort humor het is (sarcasme, parodie, woordgrap, zelfspot - als je het niet weet, mag je het vragen aan de leraar of zoeken op Google)