2.3 Temperatuurverschillen op aarde

Temperatuurverschillen op aarde
Hoofdstuk 2 Paragraaf 3 pt 1
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Temperatuurverschillen op aarde
Hoofdstuk 2 Paragraaf 3 pt 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Herhaling vorige lessen
- Nieuwe lesstof (met aantekeningen)
- Oefen opdrachten

Slide 2 - Slide

Pak je tablet en ga naar LessonUp.

Je mag je aantekenschrift gebruiken als hulpmiddel.

Slide 3 - Slide

Wat is het weer?
A
de temperatuur, de wind en de neerslag op een bepaald moment op een bepaalde plaats.
B
het gemiddelde weer in een groot gebied over 30 of 40 jaar.

Slide 4 - Quiz

Andere naam voor parallel
A
Meridiaan
B
Breedtecirkel
C
Merilel
D
Lengtecirkel

Slide 5 - Quiz

Als je naar het journaal kijkt, wat vertellen ze vaak op het einde?
A
Het klimaat
B
Het weer

Slide 6 - Quiz

Wat is een meridiaan?
A
De lijn die van loost naar west loopt
B
De lijn die oost naar noord loopt
C
De lijn die van west naar zuid loopt
D
De lijn die van noord naar zuid loopt

Slide 7 - Quiz

Tropisch klimaat
Savanne klimaat
Woestijn klimaat
Gematigd klimaat
Land klimaat
Pool klimaat

Slide 8 - Drag question

Wat is het tropisch regenwoud?
A
Groot bos dat nog niet door mensen is aangetast.
B
Bos in warme en vochtige gebieden rond de evenaar.
C
Een bos met naaldbomen.
D
Een akker met natte rijstbouw.

Slide 9 - Quiz

Taiga
Toendra
Landijs

Slide 10 - Drag question

tropisch klimaat of koud klimaat?
A
Tropisch klimaat
B
Koud klimaat

Slide 11 - Quiz

Doe je telefoon weg en maak je leerboek open op bladzijde 32-33.

Pak ook je schrift als je deze nog niet op tafel hebt.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De atmosfeer 

Atmosfeer = luchtlaag rondom de aarde.

Door de atmosfeer is er leven op aarde.

Slide 14 - Slide

Temperatuur aarde

Geen atmosfeer =
Overdag heel warm en in de nacht heel koud.

atmosfeer= beschermingslaag voor de aarde

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Kijk naar bron 6 in je LB
1 Het aardoppervlak wordt direct / indirect verwarmd door de zon.
2 De atmosfeer wordt direct / indirect verwarmd door de zon.
3 Hoe hoger in de atmosfeer, des te hoger/lager de temperatuur
Inzicht

Slide 17 - Slide

H2P3 Hoe hoger hoe kouder
De temperatuur daalt per 100m. stijging met 0,6 graden Celsius. Dus elke 1000m. stijging daalt de temperatuur met 6 graden Celsius. 

Slide 18 - Slide

Oefenen
Je krijgt 5 minuten om de volgende vragen zelfstandig te beantwoorden in je schrift. De vragen worden moeilijker.
Je werkt in stilte.
Heb je een vraag? Steek je hand omhoog

Slide 19 - Slide

Vragen
1. Je staat op een berg die 1500m hoog is, het is hier 23 ℃.
Je gaat de berg 1000m omlaag, hoe warm is het nu?
2. Hoensbroek ligt op 106m, het is hier 8℃.
Je gaat naar een hoogte van 2106m, hoe warm is het nu?
3. Je gaat op vakantie naar Oostenrijk en je rijdt door de bergen. Voordat je de berg opgaat zit je op 580m en het is nu 17,4℃
Na een uur rijden zit je op 780m, hoe warm is het nu?
4. Je zit rondom het Gardameer waar het 70m hoog is en het 30℃ is, je gaat wandelen en opeens zit je op 120m hoogte. Hoe warm is het nu?
5. Je bent in Salzburg, Oostenrijk. Je staat op 420m hoogte en het is 18℃.
Je gaat naar beneden en hier is het 330m. Hoeveel ℃ is het hier?

Slide 20 - Slide

Temperatuurverschillen op aarde
Hoofdstuk 2 Paragraaf 3 pt 2

Slide 21 - Slide

Pak je LB en ga naar bladzijde 32 en 33 -->
De stand van de zon

Slide 22 - Slide

Klimaatgrafieken

Slide 23 - Slide