3.6 Gezond leven 2HV

B6 Gezond leven
  • Jas in je kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 219 t/m 222
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Bloeddruk, slagaderverkalking/atherosclerose, cholesterol, hartinfarct, , dotteren, stent,
  • Je kunt van de beschreven hart en vaatziekten uitleggen wat er gebeurt in het lichaam
  • Je kunt van de hart en vaatziekten uitleggen hoe deze behandeld worden
  • Je kunt de gevolgen van alcohol benoemen
  • Je kunt uitleggen hoe je de kans op deze ziekten kunt verkleinen.
Huiswerk T3 B6
Opdr. 1 t/m 9, 6k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 11, 6k
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B6 Gezond leven
  • Jas in je kluis
  • Spullen op tafel
       Laptop/Leerwerkboek
       Schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 219 t/m 222
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Bloeddruk, slagaderverkalking/atherosclerose, cholesterol, hartinfarct, , dotteren, stent,
  • Je kunt van de beschreven hart en vaatziekten uitleggen wat er gebeurt in het lichaam
  • Je kunt van de hart en vaatziekten uitleggen hoe deze behandeld worden
  • Je kunt de gevolgen van alcohol benoemen
  • Je kunt uitleggen hoe je de kans op deze ziekten kunt verkleinen.
Huiswerk T3 B6
Opdr. 1 t/m 9, 6k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 11, 6k

Slide 1 - Slide

Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Beloningen
+1 cm2 spiekbriefje = Je mag een spiekbriefje maken voor een toets. Deze begint 1 bij 1 cm groot, per keer dat je dit verdient wordt dat 1 cm meer, tot een max van 4 bij 4 cm groot.
1/3 +0.5 = Als je deze 3 keer verdiend mag je 0,5 optellen bij een biologiecijfer naar keuze.
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd. Je krijgt zelf 2 V's (3 V's levert een 1/3 +0,5 op)
Helaas = Je krijgt maar 1 V.
Straffen
45 min bijwerken= Na school kom je huiswerk maken, dit duurt 45 min of totdat je opgegeven taak af is.
Kleurplaat = Je kiest een kleurplaat, deze kleur je in en je maakt de opdracht die erbij hoort. De eerstvolgende les moet je deze inleveren. niet gedaan is 2 kruisjes.
2/1 kruisjes = Een kruisjes is een X, als je hier 3 van hebt, krijg je automatisch de 45 min bijwerken
Snitch = Je mag een klasgenoot kiezen die ook wordt gecontroleerd.
Niks! = Je krijgt geen straf

Slide 2 - Slide

Welk bloedonderdeel zorgt voor het stollen van bloed?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplasma
D
Bloedplaatjes

Slide 3 - Quiz

Wat is hier de antistof?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw

Slide 4 - Quiz

Welk bloedonderdeel zorgt voor bescherming tegen ziektes?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplasma
D
Bloedplaatjes

Slide 5 - Quiz

Wat geldt voor ALLE slagaders in je lichaam
A
Ze stromen van het hart af
B
Ze stromen naar het hart toe
C
Ze bevatten zuurstofrijk bloed
D
Ze bevatten zuurstofarm bloed

Slide 6 - Quiz

Wat is de naam van de enige ader die NIET naar het hart toe stroomt.
de ... (1 woord)

Slide 7 - Open question

De afbeelding is een schematische weergave van een bacterie en 3 stoffen.
Welk van de letters geeft een antigeen aan?
A
Alleen A
B
Alleen B
C
A en B
D
B, C en D

Slide 8 - Quiz

De afbeelding is een schematische weergave van een bacterie en 3 stoffen.
Met welke antistof kan de bacterie worden bestreden??
A
B, C en D
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quiz

In de afbeelding zie je een spier. Naar en van de spier lopen twee bloedvaten.
Wat klopt over deze bloedvaten?
A
1: ader 2: slagader
B
1: haarvat 2: slagader
C
1:slagader 2:ader
D
het is niet te bepalen met dit plaatje

Slide 10 - Quiz

In de afbeelding zie je een spier. Naar en van de spier lopen twee bloedvaten.
Wat klopt over deze bloedvaten?
A
bloedvat 1 bevat meer zuurstof dan 2
B
bloedvat 2 bevat meer zuurstof dan 1
C
Er is geen verschil in hoeveelheid zuurstof

Slide 11 - Quiz

In de afbeelding zie je een spier. Naar en van de spier lopen twee bloedvaten.
Wat klopt over deze bloedvaten?
A
bloedvat 1 bevat meer glucose dan 2
B
bloedvat 2 bevat meer glucose dan 1
C
Er is geen verschil in hoeveelheid glucose

Slide 12 - Quiz

Denken-Delen-Uitwisselen
  • Denken: Werk zelfstandig de opdracht uit.
  • Welke ziektes/aandoeningen m.b.t. bloed, hart of bloedsomloop ken je? 
  • Wat is er bij deze ziektes aan de hand?
  • Delen: Vergelijk je uitwerking met je buur, vul aan en verbeter. 
  • Uitwisselen: Klassikaal bespreken.
timer
1:00
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Gebruik blz. 219 t/m 220 (3.6) om antwoorden te vinden

Hart en vaatziekten
_____________________ ontstaat, doordat de wanden van slagaders beschadigd raken. Het lichaam wil deze beschadigingen dan gaan _____________________ . Dan kunnen er verschillende stoffen samenklonteren op deze plekken dit zijn _____________________  en_____________________, hierdoor worden slagaders steeds _____________________. De belangrijkste stof die dit veroorzaakt is _____________________ , deze stof zit van nature in ons bloed maar kan te hoog worden, _____________________ is een van de factoren. Uiteindelijk zal een slagader door het afzetten van steeds meer stoffen _____________________ raken. De gevolgen hiervan kunnen groot zijn. Weefsels en organen kunnen slechter werken omdat ze geen _____________________ en _____________________ meer krijgen. Als dit gebeurt bij het hart, kan dit voor nog grotere problemen zorgen. Tijdens een 
_____________________ raakt een deel van de _____________________ van het hart verstopt, hierdoor kan een deel van het hart _____________________. 
slagaderverkalking
herstellen
witte bloedcellen
vetachtige stoffen
nauwer
cholesterol
ongezond eten
verstopt
voedingstoffen
zuurstof
hartinfarct
krans(slag)ader
afsterven

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Video

Wat hoort bij een gezonde levensstijl?

Slide 16 - Mind map

Welke voordelen zijn er aan een gezonde levensstijl?

Slide 17 - Open question

1e keuze: + OF Spiekbriefje +1 cm2 OF draaien





2e en 3e keuze: Spiekbriefje +1 cm2 OF draaien



4e en 5e: draaien 

Slide 18 - Slide

Ga aan de slag met: T3 B6
  • Blz. 219 t/m 225
  • Opdr. 1 t/m 9, 6k
OF uitdaging
  • Opdr. 5 t/m 11, 6k

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Ga aan de slag met: T3 B6
  • Blz. 219 t/m 225
  • Opdr. 1 t/m 9, 6k
OF uitdaging
  • Opdr. 5 t/m 11, 6k

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 21 - Slide

Afsluiting
  • Begrippen: Bloeddruk, slagaderverkalking/atherosclerose, cholesterol, hartinfarct, herseninfarct, dotteren, stent, bypassoperatie
  • Je kunt van de 4 beschreven hart en vaatziekten uitleggen wat er gebeurt in het lichaam
  • Je kunt van de 4 hart en vaatziekten uitleggen hoe deze behandeld worden
  • Je kunt uitleggen hoe je de kans op deze ziekten kunt verkleinen.

Slide 22 - Slide

Opruimdienst
Elke les 3 andere leerlingen
  • Tafels: recht en leeg
  • Stoelen: aangeschoven OF eind dag: op de tafels
  • Vloer: geen afval

Slide 23 - Slide