Observatievormen

Observatievormen
Selectief waarnemen testje en uitleg
Langslopen opdracht
Werken aan opdracht
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Observatievormen
Selectief waarnemen testje en uitleg
Langslopen opdracht
Werken aan opdracht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Gestructureerde observatie

Van tevoren vastleggen welk gedrag je gaat observeren en welke aspecten van het gedrag: frequentie, duur, intensiteit
 
Ongestructureerde observatie

Je weet vooraf niet welke informatie je wilt hebben en wat belangrijk is. 
Je richt je wel op een thema.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht A
Voer een ongestructureerde observatie uit. 
Ga samen met een medestudent 20 minuten lang een situatie observeren. Bepaal een thema voor je observatie.

Werk deze observatie los van elkaar uit.

Beschrijf in minimaal 200 woorden je gedetailleerde observaties en de interpretaties die je hebt gedaan aan de hand van je observatie.

Vergelijk met je medestudent je observaties. Zoek de verschillen en de overeenkomsten van jullie observatie. Beschrijf deze. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Participerende observatie

Je bent aanwezig in situatie en neemt deel aan activiteiten.

Je neemt deel aan ervaringen van degene die je observeert, hun gedrag, hun denkbeelden, hun gevoelens en hun ambities.

Voordeel en nadeel?
Niet-participerende observatie

De observator neemt niet deel aan de activiteiten van de mensen die hij observeert.

Wanneer toepassen?

Slide 6 - Slide

Voordeel: motieven handelen achterhalen.
Nadeel: gekleurd (te sterk identificeren, geen afstand kunnen nemen)
Opdracht B
Voer een participerende observatie uit. 
Observeer individueel één stagemoment.

Beschrijf in minimaal 200 woorden welke observaties je hebt gedaan.

Beschrijf hoe het was om te ervaren dat je zelf ook een onderdeel was van de situatie die je observeerde. Welke plus en minpunten had dit voor jou. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Verhulde observatie

Je maakt vooraf niet bekend dat je gaat observeren.


Voordeel/nadeel?
Onverhulde observatie

Je maakt vooraf bekend dat je gaat observeren.

Slide 8 - Slide

Door verhuld te participeren gaan de onderzochten geen andere gedragingen vertonen doordat ze beseffen dat ze worden onderzocht. Een mogelijk nadeel van verhulling kan de psychische druk op de onderzoeker zijn door de kans die de onderzoeker loopt te worden ontmaskerd als onderzoeker.
Opdracht C
Kies of je een verhulde of niet verhulde observatie ga uitvoeren. Observeer individueel één lesmoment. 


Beschrijf in minimaal 200 woorden welke observaties je hebt gedaan.
Beschrijf hoe het was om een verhulde of niet verhulde observatie te doen. Wat was de reden dat je gekozen hebt voor een verhulde of een niet verhulde observatie. Welke plus en minpunten had dit voor jou? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Directe observatie

Je bent aanwezig op onderzoeksplek maar neemt niet deel aan gesprekken
Indirecte observatie

Observeren via video opname of doorkijkspiegel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht D
Voer een indirecte observatie uit. 
Zoek een medestudent waarmee je niet heb samengewerkt bij opdracht A (rollenspel). Observeer samen met je medestudent jullie beide filmpjes van opdracht A of je observeert het filmpje aan het einde van deze les

Beschrijf in minimaal 200 woorden hoe je het vond om een indirecte observatie uit te voeren.
Beschrijf hoe je het vond om aan de hand van filmmateriaal een observatie te doen.
 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Evaluatie:
 Sluit je observatieopdracht af met een korte samenvatting over welke observatiemethoden jouw voorkeur hebben en onderbouw je mening in 150-250
woorden. 


Inleverdatum 17 nov - aankomende zondag 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bij een ongestructureerde observatie weet je de frequentie van het observeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bij een participerende observatie doet de observator niet mee met de activiteit waarbij hij observeert.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een gestructureerde observatie noem je ook wel een open observatie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Je kunt alleen een observatieformulier maken als je weet op welke aspecten je wilt observeren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht D
Voer een indirecte observatie uit. 
Zoek een medestudent waarmee je niet heb samengewerkt bij opdracht A (rollenspel). Observeer samen met je medestudent jullie beide filmpjes van opdracht A of je observeert het filmpje aan het einde van deze les

Beschrijf in minimaal 200 woorden hoe je het vond om een indirecte observatie uit te voeren.
Beschrijf hoe je het vond om aan de hand van filmmateriaal een observatie te doen.
 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Zelfstandig werken

Slide 22 - Slide

This item has no instructions