Spelling 5.5

Spelling 5.5
Doelen:
Je weet hoe je Engelse werkwoorden vervoegd
Je weet wanneer je een weglatingsstreepje en het koppelteken gebruikt.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling 5.5
Doelen:
Je weet hoe je Engelse werkwoorden vervoegd
Je weet wanneer je een weglatingsstreepje en het koppelteken gebruikt.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Spelling 5.5
Engelse werkwoorden:
engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Spelling 5.5
Hieronder volgen twee dia's waarin een filmpje staat. Kies zelf uit welk filmpje je kijkt. Je moet 1 filmpje kijken.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Spelling 5.5
Weglatingsstreepje:
Soms kun je een deel van een samengesteld woord weglaten, omdat dat deel wordt herhaald. Plaats dan een weglatingsstreepje:
Psychologie- en natuurkundestudenten.
Fiets-, werk- en taalvakanties.

Slide 9 - Slide

Spelling 5.5
Koppelteken:
In samenstellingen die verkeerd gelezen kunnen worden, plaatsen we een koppelteken:
zo-even, stage-uren, radio-omroep, na-apen.

Slide 10 - Slide

Spelling 5.5
Gebruik een koppelteken ook:
- in aardrijkskundige namen: Zuid-Afrika
- in samenstellingen met cijfers, letters en andere tekens:
70-jarige, vmbo-leerling
- Bij dubbele achternamen: Ernst Janssen-Steur
- bij een functie, rang of titel: assitent-bedrijfsleider
- in samenstellingen waarvan de beide delen gelijkwaardig zijn:
woon-werkverkeer, haat-liefdeverhouding
- in combinaties van niet-, non-, ex- en oud-, + een zelfstandignaamwoord:
niet-roker, non-stop, ex-collega, oud-medewerker.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Spelling 5.5
Leer de dicteewoorden op bladzijde 208.

Spellingtoets 16 januari 2019:
Hoofdstuk 1, 2 en 5. 

Slide 13 - Slide