V2 31 mei 2024

                       Bonjour la classe!
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- révision de l'imparfait
- les devoirs 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

                       Bonjour la classe!
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- révision de l'imparfait
- les devoirs 

Slide 1 - Slide

Planning 31/5:
- intro: herhalen getallen
- imparfait herhalen, nakijken ex.
- Écouter: ex. 17, 18, 19 p. 22/23

Slide 2 - Slide

Lesdoelen: na deze les
- heb je de getallen in het Frans herhaald
- heb je de imparfait herhaald
- heb je de luistervaardigheid verder geoefend

Slide 3 - Slide

Intro: les nombres jusq'à 100

Slide 4 - Slide

Hoe oud zijn de kinderen met de taart geworden?
Sleep het juiste getal naar de juiste taart!
Treize
Quatorze
Dix
Onze

Slide 5 - Drag question

Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal :
treize
trois
zéro
six

onze
seize
vingt

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

trente-cinq
quarante-quatre
vingt-neuf
trente-neuf
vingt-deux
quarante et un

Slide 8 - Drag question

50
A
quarante-dix
B
cincante
C
cinquant
D
cinquante

Slide 9 - Quiz

IMPARFAIT

Slide 10 - Slide

Hoe zat het ook al weer?
De imparfait vertelt over
A
heden
B
verleden
C
toekomende tijd

Slide 11 - Quiz

de stam van een werkwoord (in de imparfait) vind je door:
A
nous-vorm - ons
B
vous vorm - ent
C
vous vorm - er

Slide 12 - Quiz

Sleep de uitgangen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord. 
je / tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
-ais
-ait
-ions
-iez
-aient

Slide 13 - Drag question

 l'imparfait =  de verleden tijd
Bijvoorbeeld:
ik gaf
jij had
hij deed
wij maakten
jullie liepen
zij dansten

Slide 14 - Slide

Stap 1: Je neemt de nous-vorm van een werkwoord.
Bijvoorbeeld:
(donner)   donnons
(rester)       restons
(avoir)         avons
(faire)         faisons
(prendre)  prenons
(finir)          finissons

Slide 15 - Slide

Stap 2: Je haalt -ons ervan af
Bijvoorbeeld:
(donner)     donnons
(rester)        restons
(avoir)         avons
(faire)          faisons
(prendre)  prenons
(finir)          finissons

Slide 16 - Slide

Stap 3: achter de stam komen de volgende uitgangen:
(Zie volgende dia)

Slide 17 - Slide

"

Slide 18 - Slide

Dus:
(donner)             je donnais              = ik gaf
(rester)                tu restais                = jij bleef
(avoir)                  il avait                       = hij had
(faire)                   nous faisions       = wij maakten/deden
(prendre)            vous preniez         = jullie namen/pakten
(finir)                    ils finissaient        = zij eindigden

Slide 19 - Slide

Uitzondering: être
Stap 1: Nous vorm = sommes
Stap 2: - ons eraf
Euh....Dat gaat niet :(

DUS: être heeft een andere basis voor de imparfait!

Slide 20 - Slide

De stam van être = ét
Dus:
j'étais               = ik was
tu étais            = jij was
il était               = hij was
nous étions   = wij waren
vous étiez      = jullie waren/u was
ils étaient       = zij waren

Slide 21 - Slide

Ik was
A
J'étais
B
Je sommais
C
J'était
D
J'été

Slide 22 - Quiz

Let op:
De verleden tijd van il y a =
Il y avait

il y a = er is / er zijn
il y avait = er was /er waren

Slide 23 - Slide

Les devoirs
Copies

Slide 24 - Slide

Écouter
ex. 17, 18, 19 p. 22/23

Slide 25 - Slide