Werkwoorden VT Thema 2 eten en drinken

Werkwoorden verleden tijd
Doel van de les:
Herhaling van de werkwoorden in de verleden tijd
TaXiKoFSCHiP
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoorden verleden tijd
Doel van de les:
Herhaling van de werkwoorden in de verleden tijd
TaXiKoFSCHiP
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden

Slide 1 - Slide

Wat zijn sterke werkwoorden

Slide 2 - Mind map

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 3 - Mind map

Werkwoorden verleden tijd
Zwakke werkwoorden
Zijn werkwoorden waarvan de klank in de verleden tijd hetzelfde blijft. 

Dus er komt dan TE of TEN achter / DE of DEN
TE/DE bij--> ik, jij, u, hij, zij
TEN/DEN --> wij, jullie, zij

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Werkwoorden verleden tijd
TaXiKoFSCHiP --> Mixen
1) Neem het hele werkwoord en haal daar EN vanaf.
Niet de stam opschrijven
2) Is de laatste letter een TXKFSCHP dan schrijf je een TE / TEN 
Mixte/ten


Slide 6 - Slide

Werkwoorden verleden tijd
TaXiKoFSCHiP --> Schaven
1) Neem het hele werkwoord en haal daar EN vanaf.
Niet de stam opschrijven.
2) s de laatste letter een TXKFSCHP?
3) Schav --> Nee dan eindigt de verleden tijd op DE /DEN

Schaafde / schaafden



Slide 7 - Slide

Is
VERVEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Is
FIETSEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Is
SCHRIKKEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Is
BIJTEN
een zwak werkwoord?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

MAKEN
VT - Ik ..... mijn huiswerk
A
maakde
B
maakden
C
maakte
D
maakten

Slide 12 - Quiz

HALEN
VT - Jij ..... op tijd de finish
A
haalde
B
haalden
C
haalte
D
haalten

Slide 13 - Quiz

GRENZEN
VT - Het huis ..... aan het bos
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden

Slide 14 - Quiz

doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden

Slide 15 - Quiz

liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten

Slide 16 - Quiz

LEIDEN
VT - De gids ..... ons door de diepe grot
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden

Slide 17 - Quiz

Schrijf in de verleden tijd
Bedienen
Ik ..... Wij ......

Slide 18 - Open question

Schrijf in de verleden tijd
Betalen
Ik ..... Wij ......

Slide 19 - Open question

Schrijf in de verleden tijd
Braden
Ik ..... Wij ......

Slide 20 - Open question

Schrijf in de verleden tijd
Branden
Ik ..... Wij ......

Slide 21 - Open question

Schrijf in de verleden tijd
Slachten
Ik ..... Wij ......

Slide 22 - Open question

Schrijf in de verleden tijd
Brouwen
Ik ..... Wij ......

Slide 23 - Open question

Werkwoorden verleden tijd
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd veranderen. 

eten          ik at     wij aten
geven      ik gaf   wij gaven
roepen    ik riep  wij riepen

Slide 24 - Slide

sterke werkwoorden verleden tijd
sterke werkwoorden hier bestaat GEEN schema voor. 
Je moet dit gewoon veel oefenen. 

Slide 25 - Slide

Werkwoorden verleden tijd
Maken
Studiemeter
ViaStarttaal Online 
1F
Werkwoordspelling
De onderdelen --> zwakke werkwoorden verleden tijd 
                                        sterke werkwoorden verleden tijd

Slide 26 - Slide