3H Betoog

3H Betoog
Doel: Aan het eind van de les weet hoe en betoog is opgebouwd. 
Aan het eind van de les weet je wat er van je verwacht wordt voor de schrijftoets. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3H Betoog
Doel: Aan het eind van de les weet hoe en betoog is opgebouwd. 
Aan het eind van de les weet je wat er van je verwacht wordt voor de schrijftoets. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Schrijftoets
Schrijven van een inleiding en een slot, passend bij een betoog. 

Inleiding - GAVBAV 
Doel: onderwerp introduceren en de lezer nieuwsgierig maken naar de rest van de tekst. Moet bestaan uit 2 alinea's. Tweede alinea is het noemen van je standpunt. 

Slot - ACTAS
Doel: Het betoog afronden, samenvatting of conclusie. Standpunt herhalen en een passende uitsmijter. 

Gebruik daarnaast stijlfiguren of beeldspraak in je tekst. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Analyseren betoog

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Sociologisch- relatie tussen mensen 

Slide 6 - Slide

Decentralisatie- het ongedaan maken van eerdere centralisaties. 

Moralisme- levensbeschouwing. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stellingen:
1. Werknemers moeten het recht krijgen om buiten werktijd onbereikbaar te zijn.
2. Ouders moeten straf krijgen voor de misdaden van hun minderjarige kinderen.
3. Ongevaccineerde kinderen moet de toegang tot school worden geweigerd.
4. Nederlandse scholen zouden een sportcultuur zoals op Amerikaanse high schools moeten nastreven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Werkwijze: 
Voorbereiding toets: uitwerken argumenten in een bouwplan. 

Toets: 
A. Noteer de gekozen stelling en schrijf op of je eens of oneens bent. Geef vervolgens jouw mening.
B. Noteer boven je inleiding voor welke functies je gekozen hebt:
 G, A, V, B, A of V
C. Noteer boven je slot voor welke functies je gekozen hebt:
A, C, T, A of S
D. Schrijf je inleiding en slot. 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions