De route naar jouw toekomstig beroep

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

Ontwerp je toekomst: Een presentatie over je toekomstig beroep

Leerdoel

Aan het einde van de les heb je een presentatie gemaakt over je toekomstig beroep en hoe je dit wilt bereiken.

Wat weet je al over je toekomstig beroep en hoe je dit wilt bereiken?

Wat is jouw toekomstig beroep?

Kies een beroep dat je in de toekomst wilt uitoefenen en noteer het in het midden van een vel papier.

Vaardigheden en kennis

Bedenk welke vaardigheden en kennis je nodig hebt voor dit beroep. 
Schrijf de vaardigheden en kennis op in de linkerbovenhoek van je papier.

Opleiding en training

Zoek informatie over mogelijke opleidingen en trainingen die nodig zijn voor je toekomstige beroep.
Schrijf deze op in de rechterbovenhoek van je papier.

Stapsgewijs plan

Maak een stapsgewijs plan over hoe je je doelen wilt bereiken en welke stappen je moet nemen. Schrijf deze in de linksonder op je papier. Stel dat je agent wilt worden, dan zou het er zo uit kunnen zien: 

- MBO niveau 2, Detentie Inrichtingsbeveiliger / Complexbeveiliger, 2 jaar

- MBO niveau 3, Handhaver toezicht & veiligheid,  3 jaar

- Basis Politieopleiding MBO 4, maar al in dienst van de politie

PowerPoint opzet

Maak een opzet voor je PowerPoint-presentatie. Bedenk welke informatie je op elke sheet wilt laten zien.

Presentatie maken

Maak een PowerPoint-presentatie met 10 sheets over je toekomstig beroep en hoe je dit wilt bereiken.

Presentaties delen

Stuur je presentatie naar mevr. van der Windt :) 

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.