What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands 1e klas 5.5
5.5 Woorden
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
5.5 Woorden
Slide 1 - Slide
Planning van vandaag:
Terugblik paragraaf 4
Uitleg paragraaf 5
Slide 2 - Slide
Feiten
Zijn voor iedereen hetzelfde
Kun je controleren
Bijvoorbeeld:
In deze klas zitten 12 leerlingen
Slide 3 - Slide
Meningen
Kunnen voor iedereen verschillen
Geven aan wat iemand ergens van vindt
Herken je vaak aan de werkwoorden vinden of denken
Bijvoorbeeld:
Ik vind dropjes erg lekker.
Zij denkt dat hij nooit haar vriend zal worden.
Slide 4 - Slide
In de etui van meneer Dijkstra zitten 88 pennen
A
dit is een mening, het zijn gewoon best veel
B
meneer Dijkstra heeft geen etui
C
dit is een feit, je kunt ze tellen
Slide 5 - Quiz
Zwitserland is het mooiste vakantieland.
A
Feit, want er staat geen vind
B
feit, want je kunt het controleren
C
Mening, want iemand anders kan een andere mening hebben
D
feit, want Zwitserland is een land.
Slide 6 - Quiz
Welk verwijswoord herken je?
Anna wandelt elke dag met de hond, dat vindt ze leuk.
Slide 7 - Open question
woorden 5.5
Slide 8 - Slide
Woordbetekenis vinden in de tekst
Lees je in een tekst een woord dat je niet kent?
Lees dan eerst verder. Een schrijver legt een moeilijk woord vaak uit:
- met een voorbeeld;
- door het woord te omschrijven.
.
Slide 9 - Slide
Staat er geen voorbeeld of omschrijving?
Zoek dan de betekenis van het woord op in een woordenboek.
Of vraag het aan iemand
Slide 10 - Slide
de infectie
A
de zieke
B
kans op gevaar of schade
C
de ontsteking
D
de vitamine
Slide 11 - Quiz
exact
A
de formule
B
precies
C
voortdurend
D
constant
Slide 12 - Quiz
Maak zelf een zin waarin je het woord ‘arts’ uitlegt met een voorbeeld.
Slide 13 - Open question
Huiswerk
Maak de opdrachten van 5.5
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Krakende wagens rijden het langst.
A
Een krakende auto rijdt het best.
B
Mensen die vaak ziek zijn, worden vaak toch heel oud.
C
Ook als je knieën kraken, kun je vaak nog heel hard rennen.
D
Mensen die veel zeuren, leven langer.
Slide 16 - Quiz
Boter op je hoofd hebben.
A
Er heeft een meeuw op je kop gepoept.
B
Je hebt een probleem dat je niet kunt oplossen.
C
Een ander de schuld geven, terwijl je zelf ook schuldig bent.
D
Je hebt de verkeerde zonnebrand gebruikt.
Slide 17 - Quiz
Het is boter aan de galg gesmeerd.
A
Het is vergeefse moeite, het heeft geen zin.
B
Je wil helpen, maar dat kan niet.
C
Het is zonde van de dure spullen.
D
Het is onaardig van je.
Slide 18 - Quiz
Wat is schooltaal?
A
Dit zijn woorden die vaak in opdrachten en leerteksten voorkomen.
B
Dat is de taal die jongeren spreken op school.
C
Dat zijn de talen die leerlingen leren op school
D
Dat woord bestaat niet
Slide 19 - Quiz
Huiswerk
Maak de opdrachten van 5.5
Slide 20 - Slide
More lessons like this
lj 1 5.5, woorden
May 2020
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Herhaling Talent Woorden H4.5 en H5.5
February 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Spreekwoorden en uitdrukkingen
June 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
5.5 woorden
March 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
1BK herhaling 5.3 lezen en 5.5 woorden
June 2022
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
5.5 Woorden
June 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
8 vrijdag blokuur 5.5 Woorden
August 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
8 vrijdag blokuur 5.5 Woorden
July 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1