PVA2VJK Online introductie college

• Bewegingsonderwijs
• HBO
• Studiejaar 2

ACPA 

BO Jonge kind 

Introductiecollege Online

Inhoud introductie JK

- Je weet, vanuit de kennisbasis,  aan welke eisen je moet voldoen

- Je maakt kennis met een online motiverende opening waarbij wordt bewogen

- Je maakt kennis met de vakdidactische opbouw van de verschillende leerlijnen

- Je kent de leerlijnen die worden aangeboden in het bewegingsonderwijs JK

- Je weet wie er verantwoordelijk draagt voor de lessen bewegingsonderwijs JK

Starten met bewegen

- Op het rad staan letters

- Zoek zo snel mogelijk een 

voorwerp dat begint met deze

letter

Wie ben ik?

Niet meer dan 2 seconden zijn er nodig om een (correct) oordeel over iemand te vellen in een eerste indruk. Dit is wetenschappelijk bewezen.

Klopt natuurlijk niet altijd maar vertrouw eens op je eerste indruk. 

Jullie mogen de docent voorstellen i.p.v de docent zichzelf

Dit doen we d.m.v vragen via de LessonUp 
 

Wat is mijn naam

1. Arjen van Duijn
2. Paul van de Ark
3. Paul van Ark
4. Arjan van Duijn

In welk jaartal ben ik geboren?

1. 1988
2. 1985
3. 1990
4. 1983

Welke opleiding(en) heb ik gedaan

1. PABO en HALO
2. Sportopleiding en HALO
3. PABO met de minor bewegingsonderwijs
4. Opleiding sportkunde

Wat verwachten jullie van deze module

Aan welke kwaliteiten op het gebied van bewegingsonderwijs wil jij graag werken

Welke kwaliteiten zou een docent moeten hebben die een les bewegingsonderwijs geeft aan de kleuters

Kennisbasis BO en OK

Volledige Kennisbasis BO  --> Lees eventueel na de les 

Wat is de Kennisbasis BO en JK

Aan welke punten uit de Kennisbasis BO en JK gaan we werken 

De Kennisbasis is de profilering lerarenopleiding basisonderwijs

Van de twee kerndelen besteden wij nu alleen aandacht aan de eerste 

Belang van bewegingsonderwijs

Je ziet hier de 2 kerndelen van de kennisbasis. Wij richten ons op de 1e

Kennis bewegingsonderwijs

Kennis met betrekking tot de bevoegdheid voor het geven van bewegingsonderwijs aan de groepen 1 en 2 

Bevoegdheid 

Wie

Wat mag wel en wat mag niet

Belangrijk is wanneer

Bevoegdheid:

Alle studenten die studeren aan welke pabo in Nederland leren om een bewegingsonderwijs te geven aan de groepen 1 en 2. Iedereen krijgt na het voltooien van deze module de wettelijke bevoegdheid om bewegingsonderwijs te geven. 

Wat mag wel en wat mag niet

Je mag alles qua bewegen aanbieden behalve in de lessen bewegingsonderwijs die ingeroosterd staan in het weekprogramma. Bij een ongeluk wordt gekeken naar de afgewogen risico's die de docent heeft genomen. Kon je niet buitenspelen met groep 5 en ben je toen binnen in de gymzaal gaan bewegen met de trampoline dan zou de rechter je hoofdelijk aansprakelijk kunnen stellen omdat je onevenredig risico hebt genomen.

Je mag bewegen in de klas, op het plein en tijdens de lessen bewegingsonderwijs voor kleuters. 

Methode

Bewegingsonderwijs in het speellokaal, T van den Berg 

De methodiek en didactische keuzes komen uit deze methode

Een andere bruikbare methode

Basislessen Bewegingsonderwijs

in de speelzaal

Wim van Gelder 

Leerlijnen

Binnen de kerndoelen van de SLO zijn er 12 leerlijnen uitgewerkt 

Balanceren 

Klimmen 

Zwaaien 

Over de kop gaan 

Springen 

Hardlopen 

Mikken

Jongleren

Doelspelen

Tikspelen

Stoeien

Bewegen op muziek 

Elke leerlijn heeft bewegingsthema's

Balanceren -->                    Rijden, Glijden, Acrobatiek en Balanceren 

Klimmen -->                         Klauteren en Klimmen

Zwaaien -->                          Schommelen, Hangend zwaaien en Steunend zwaaien

Over de kop gaan -->       Over de kop gaan  

Springen -->                         Vrije sprongen, Steun springen, Loopspringen, Touwtje springen en ver- hoogspringen

Hardlopen -->                      Hardlopen 

Mikken -->                             Wegspelen en Mikken 

Jongleren -->                       Werpen en Vangen, Soleren en Retourneren 

Doelspelen -->                     Keeperspelen, lummelspelen, aangepaste sportspelen 

Tikspelen -->                        Afgooispelen, Honkloopspelen en Tikspelen 

Stoeispelen -->                   Stoeispelen 

Bewegen op muziek -->  Tempo van de muziek, Vorm van de muziek en Dans uitvoeren

Kort toelichten leerlijnen en bewegingsthema's.

Verschil tussen klauteren en klimmen. Klauteren doe je op vaste punten en klimmen doe je zonder vaste punten. 

Vrije sprongen, rechte sprongen vanuit een trampoline. Steun springen waarbij een kind na een sprong steunt op een vlak. Loopsprongen over spullen heen.

Wegspelen = hard gooien, verschil in voetenstand met mikken. Mikken doe je met hetzelfde been voor als waar het voorwerp in wordt vastgehouden.

Kwalitatieve Les bewegingsonderwijs

- Leerlingen verschillen enorm in niveau 

- Geen uniforme leerroute

- Rijke leeromgeving creëren voor alle niveaus

- Als docent stimuleer je de kinderen om keuzes te maken en grenzen te verleggen 

- Dit doe je voor alle kinderen, sterke beweger, mindere beweger of een gemiddelde beweger

- Maatwerk is noodzakelijk (kans op exclusie is groter)

- Geef leerlingen de ruimte om ook op eigen wijze te bewegen en te ontdekken 

Exclusie voor uitvallende kinderen bij een beweeguitdaging. Er zijn grotere zichtbare drempels binnen het bewegingsonderwijs zorg datje deze inziet en ondersteund waar nodig. Dit kan d.m.v stimulans of organisatie.

Voorbeeld

Cluster 6

4 vakken

4 leerlijnen

4 beweegthema's

Filmpjes

Welke beweegthema's zien jullie ?

Bij bewegingsactiviteiten gaat het om de dynamische balans tussen

Inrichting: Efficiënt, overzichtelijk en veilig

De activiteiten: Passend bij de doelgroep

Docent: Didactische werkvormen, groeperings en organisatievormen inclusief (digitaal) materiaal

De leerlingen: Aanspreken op mogelijkheden en het bieden van ruimte voor eigen initatief

beweegthema's:

Tikspelen, Soleren, Over de kop gaan en Klauteren. 

Doelstellingen bewegingsonderwijs

Voordat de beweegthema's worden ingezet formuleer je het doel per thema. Formuleer het doel op leerkrachtniveau. Een doel op leerkrachtniveau zorgt voor kennis en daardoor begrijp je beter waarom je de activiteit organiseert. 

Voorbeeld, Over de kop gaan:

De kinderen kunnen aan het einde van de les een koprol waarbij ze schouderbreedte staan en hun handen tussen de voeten plaatsen. Door het lichaamszwaartepunt naar voren te bewegen en te kijken naar de buik rolt het kind over de kop en land op zijn rug. Differentieer in snelheid waardoor het mogelijk wordt om na de rol door te kunnen rollen en weer op te staan.

Voorbeeld, Balanceren:

De kinderen kunnen aan het einde van de les balanceren over een smalle balk van 15cm breed en 30cm hoog waarbij ze hun handen houden als een vliegtuig om balans te houden. De ene voet stapt over de andere voet heen waarbij balansverstoring ontstaat. Aan het einde van de balk stapt het kind van de balk af. Differentieer door de snelheid aan te passen en tempverstoringen toe te passen tijdens het balanceren over de balk.

Werkvorm formuleren doelstellingen

De groep gaat in 5-tallen uiteen. 

Elke groep formuleert 3 doelstellingen doe dit aan de hand van onderstaand schema 

Groep 1 --> Rijden, Klimmen en Tempo van de muziek

Groep 2 --> Glijden, Hardlopen en Soleren 

Groep 3 --> Retourneren, schommelen en stoeien 

Groep 4 --> Tikspel, Afgooispel en loopspringen 

Groep 5 --> Acrobatiek, steunend zwaaien en dans uitvoeren 

Groep 6 --> Hangend zwaaien, vangen en touwtje springen

10 minuten

Formuleer 3 doelen

Opbouw van de lessen

Introductie college online

Per stamgroep 1 interne les 

Per 1/4 van de hele klas (bijvoorbeeld PLA2A) externe les

Inhoud van de externe les bespreken we 

tijdens het fysiek college