Stijlfiguren - kern H5, H6, H20, H21

Stijlfiguren
h5, h6, h20, h21
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stijlfiguren
h5, h6, h20, h21

Slide 1 - Slide

Herhalingen
repetitio: zelfde woord wordt herhaald.
Om de finish te halen moet je rennen, rennen en nog eens rennen.

anafoor: woord(groep) aan het begin van de zin wordt herhaald.
Bedankt voor jullie komst, bedankt voor jullie input en bedankt voor jullie aandacht.

Slide 2 - Slide

Opsommingen
tricolon (drieslag): opsommingen in drieën

Heerlijk, helder, Heineken

climax: steeds sterker wordende serie
Het was een domper, een teleurstelling, een ramp.

anticlimax:
Hij heeft hij een groot huis, een dik horloge, een dure auto en… een lege bankrekening.





Slide 3 - Slide

Hij is gezond in hoofd, lijf en leden
A
Repetitio
B
Anafoor
C
Tricolon
D
climax

Slide 4 - Quiz

Is het een vogel? Is het een vliegtuig? Het is Superman!
A
Repetitio
B
Anafoor
C
Anticlimax
D
Climax

Slide 5 - Quiz

Zij keerde nooit, nooit, nooit, nooit meer terug.
A
Repetitio
B
Anafoor
C
Climax
D
Tricolon

Slide 6 - Quiz

Weet je wat ik heb gekocht? Nieuwe schoenen, een spiksplinternieuwe telefoon voor mijn vriendin, een PlayStation voor mijn broertje en voor jou… een bosje bloemen.
A
Anafoor
B
Tricolon
C
Anticlimax
D
Climax

Slide 7 - Quiz

Voor jou, voor mij, voor ons is klimaatverandering een groot probleem.
A
Anafoor
B
Tricolon
C
Repetitio
D
Anticlimax

Slide 8 - Quiz

Overdrijvingen en nuanceringen
Eufemisme
Hyperbool
Understatement

Slide 9 - Slide

Eufemisme
Verzachtende uitdrukking


Hij blies zijn laatste adem uit.

Slide 10 - Slide

Hyperbool
Hyperbool: sterke overdrijving

Ik heb jou nog nooit op tijd zien komen!

Slide 11 - Slide

Understatement
Understatement: afgezwakte uitdrukking.


Dat had je wel wat aardiger mogen zeggen.

Slide 12 - Slide

Onze buurman heeft vannacht ongewenste gasten over de vloer gehad.
A
Eufemisme
B
Hyperbool
C
Understatement

Slide 13 - Quiz

Roger Federer kan best een aardig balletje slaan.
A
Eufemisme
B
Hyperbool
C
Understatement

Slide 14 - Quiz

Appen op de fiets wordt nu verboden. Wat willen ze nog meer verbieden: ademen tijdens deelname in het verkeer?
A
Eufemisme
B
Hyperbool
C
Understatement

Slide 15 - Quiz

Tegenstellingen en ontkenningen
Antithese
paradox
litotes
retorische vraag
chiasme


Slide 16 - Slide

Antithese
Tegenstelling
samenvoeging van tegengestelde woorden

Zij steunden elkaar door dik en dun.



Slide 17 - Slide

Paradox
Lijkt een tegenstelling maar is het niet

Hoe gespecialiseerder iemand is, des te minder kan hij.

Slide 18 - Slide

Litotes
Iets zeggen door het tegenovergestelde te ontkennen


Dat was niet bepaald een succes.

Slide 19 - Slide

Retorische vraag
Vraag die niet beantwoord hoeft te worden

Dat begrijpt toch iedereen?

Slide 20 - Slide

CHIASME
Overeenkomstige elementen in tegenovergestelde volgorde plaatsen
ABBA

In voor- en tegenspoed, in ziekte en gezondheid
        A                       B                     B                     A


Slide 21 - Slide

Spot
humoristisch
grappig verpakte kritiek

ironie
sarcasme
cynisme


Slide 22 - Slide

Ironie
tegenovergestelde van wat je bedoelt
milde spot

Precies op tijd!
(wanneer iemand te laat is)



Slide 23 - Slide

Sarcasme
bijtende spot
bedoeld om te kwetsen

Wat zouden we toch zonder je moeten?
(als iemand zijn werk voor een groepsopdracht niet gedaan heeft)



Slide 24 - Slide

Cynisme
verbitterde spot
niet meer geloven in goede bedoelingen
vaak sterk overdreven

Ja joh, ik doe nog wel een jaar. Vijf jaar was nog niet genoeg!
(als iemand is gezakt voor zijn eindexamen)


Slide 25 - Slide

We gaan hem nu opereren. Als hij blijft leven, hadden we het bij het rechte eind; als hij sterft, hebben we toch wat bijgeleerd.
A
Ironie
B
Sarcasme
C
Cynisme

Slide 26 - Quiz

Karel kwam met een slecht rapport thuis. Zijn vader zei tegen hem: 'Je bent weer eens de beste leerling van de klas.
A
Ironie
B
Sarcasme
C
Cynisme

Slide 27 - Quiz

Sara komt te laat in de les. Meneer Hoeker zegt tegen haar: 'Lekker uitgeslapen Sara?'
A
Ironie
B
Sarcasme
C
Cynisme

Slide 28 - Quiz

Vergelijking - metafoor
Vergelijking: beeld + werkelijkheid (object) staan allebei in de zin en worden met elkaar vergeleken.
Jouw kamer lijkt wel een zwijnenstal!
Metafoor: je noemt alleen het beeld. De werkelijkheid (object) wordt weggelaten.
Die zwijnenstal moet je echt eens opruimen!

Slide 29 - Slide

Metaforen:

- vergelijking met verbindingswoord
- zuivere metafoor
- personificatie
- synesthesie
- homerische vergelijking

Slide 30 - Slide

Zuivere metaforen
Een metafoor is een vergelijking zonder het woordje 'als'. Alleen het beeld wordt genoemd, de werkelijkheid niet. 

'Dat is het schip van de woestijn.'

Slide 31 - Slide

Personificatie

Met een personificatie geef je een menselijke eigenschap aan iets wat geen mens is.


Slide 32 - Slide

voorbeeld synesthesie

Slide 33 - Slide

Metonymia
deel in plaats van geheel (pars pro toto)
  We steken even de koppen bij elkaar

geheel in plaats van deel (totum pro parte) 
 Pomp die fiets op, en ga naar school!


Slide 34 - Slide

Metonymia
abstract in plaats van concreet
Na de goal barstte het stadion in geschreeuw uit.

concreet in plaats van abstract
De vlam sprong over tussen de twee jongeren.


Slide 35 - Slide

Metonymia
voorwerp in plaats van inhoud (eponiem)
 Ik zet wel even een pot.

stof in plaats van voorwerp
 Hij schoot de bal in de touwen.


Slide 36 - Slide

Metonymia
enkelvoud in plaats van meervoud
De emancipatie van de vrouw is bijzonder belangrijk voor een welvarende maatschappij.

eponiem
Misschien moet je even een aspirine nemen.


Slide 37 - Slide

Wat is een metafoor?
A
Mijn opa rookte als een schoorsteen
B
Het schip danste op de golven
C
Niemand wil vriendin zijn met zo'n heks

Slide 38 - Quiz

In die tekening stonden schreeuwende kleuren.
A
personificatie
B
synesthesie

Slide 39 - Quiz

Die eigenwijze computer luisterde weer eens niet.
A
personificatie
B
synesthesie

Slide 40 - Quiz

'Geef mij nog eens een glas'.
Welke vorm van metonymia is dit?
A
eponiem
B
pars pro toto
C
totum pro parte
D
overige variant

Slide 41 - Quiz

'Ze hebben de sleutel voor dat probleem nog niet gevonden'.
Welke vorm van metonymia is dit?
A
abstractum pro concreto
B
pars pro toto
C
totum pro parte
D
concreto pro abstractum

Slide 42 - Quiz

Wat is een voorbeeld van metonymia?
A
Het gevaar loerde op de hoek van de straat
B
Wat een paleisje is dit
C
Thuiskomen is als een warm bad
D
Zij heeft haar tong verloren

Slide 43 - Quiz

'Even de neuzen tellen' is een metonymia, want ...
A
je noemt de maker, maar bedoelt het product
B
je noemt de verpakking, maar bedoelt de inhoud
C
je noemt het geheel, maar bedoelt een deel
D
je noemt een deel, maar bedoelt het geheel

Slide 44 - Quiz