Gewicht

Gewicht
1 / 17
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Gewicht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 2 - Video

This item has no instructions

                                         Gewichten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weegt ongeveer
1 kilo?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Een paperclip weegt 
ongeveer 2 g.
Een pak suiker weegt een kilo.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe schrijf je een halve kilo?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Bijzondere maten
1 kg = 1000 gram
1 ton = 1 000 kilo
1 pond = 500 gram = 0,5 kilo
1 ons = 100 gram

Leer deze uit je hoofd.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1500 gram = hoeveel pond?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Verschil tussen ton en ton?!

Een ton in geld is iets anders dan een ton in gewicht! 
Een ton in gewicht is 1000 kilo.
Een ton in geld is 100.000 euro.

Slide 9 - Slide

€ 100.000,-
1000 kilo
1 kg is ....
A
1000 gram
B
100 gram
C
1 gram
D
10 gram

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

KG
HG
DAG
G
DG
CG
MG

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

1 kg
1 g
1 mg
100 dag
1000 g
0,1 dag
1000 mg
0,0001 g
0,1 cg

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

2,5 kg is
A
25 g
B
250 g
C
0,25 g
D
2500 g

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Een baby weegt 3000 g,
hoeveel kg is dit?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Emma gaat van Utrecht naar Amersfoort, dat is 25 km. Ze doet er 1,5 uur over. Hoe gaat Emma? Lopend, fietsend of met de auto?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Jan gaat van Amsterdam naar Rome, dat is 1600 km. Hij doet er 17 uur over. Gaat Jan lopend, fietsend of met de auto?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions