DV2 les 1 Hoofdstuk 9

Meten en Meetkunde
Hoofdstuk 9
Verschillende maten

1 / 17
next
Slide 1: Slide
rekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Meten en Meetkunde
Hoofdstuk 9
Verschillende maten

Slide 1 - Slide

Wat ga je deze les leren?
Je gaat leren over gewichten: kilogram, gram en milligram.

Aan het eind van de les kun je deze gewichten omrekenen.

Aan het eind van de les kun je verschillende weegschalen aflezen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Even oefenen:

1,5 kg = ............. g
0,06 kg = ................ g
50 g = ................ mg
1,07 g = .................. mg
3 000 mg = ....................g
100 g = .................... kg
Antwoorden:

1,5 kg = 1 500 g
0,06 kg = 60 g
50 g = 50 000 mg
1,07 g = 1 070 mg
3 000 mg = 3 g
100 g = 0,1 kg

Slide 4 - Slide

maten optellen
Soms ga je verschillende maten bij elkaar optellen. 
Kilogram en gram bijvoorbeeld. Kijk dan eerst naar welke maat je antwoord wordt, en pas eerst alle maten daarbij aan.
0,75 kg - 40 g = .............. g
750 g - 40 g = ................. g
750 g - 40 g = 710 g

Slide 5 - Slide

Bijzondere maten
1 ton = 1 000 kilo

1 pond = 500 gram = 0,5 kilo

1 ons = 100 gram

Leer deze drie uit je hoofd.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Meetapparaten

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Boek B
Paragraaf 9.1
sommen: 1, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12

Slide 15 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 16 - Mind map

Wat vind je nog lastig?

Slide 17 - Mind map