Blok 4 les 3

Welkom bij Nederlands

Blok 4 les 3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands

Blok 4 les 3

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Stil lezen
  • 5 zinnen dictee
  • Huiswerk nakijken
  • Lessonup herhaling Meer dan lezen
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Je gaat stil lezen in het boek dat je meegenomen hebt.
  

Afspraken:
  • Je bent stil.
  • Je bent aan het lezen.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

5 zinnen dictee
Schrijf van elke zin het onderwerp, de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde op.
1. Mijn moeder brengt mij met de auto naar de training.
2. Ricky heeft zijn voetbalschoenen laten liggen.
3. In de achtertuin bouwt mijn opa een hok voor onze hond.
4. Mijn schoolboeken liggen verspreid in mijn kamer.
5. Mijn koptelefoon maakt slecht verbinding via bluetooth. 

Slide 4 - Slide

Huiswerk nakijken

Slide 5 - Slide

Huiswerk nakijken

Slide 6 - Slide

Quiz over de behandelde onderwerpen

- Onbekende woorden
- Onderwerp van een tekst
- De hoofdgedachte

Slide 7 - Slide

Onbekende woorden
  • Synoniem
  • Omschrijving
  • Voorbeeld 

Slide 8 - Slide

Een synoniem is:
A
een ander woord met dezelfde betekenis.
B
hetzelfde woord met een andere betekenis.
C
het tegenovergestelde van een woord.
D
een omschrijving van het woord.

Slide 9 - Quiz

Een voorbeeld van een motorvoertuig is:
A
iets dat wordt voortgedreven door een motor.
B
kinderwagen
C
een auto

Slide 10 - Quiz

Synoniem voor:
Lachen

Slide 11 - Mind map

Op de volgende plek kan je (vaak) de omschrijving vinden van een woord.
A
het staat tussen haakjes
B
het staat in dezelfde zin
C
het staat in de zin ervoor of erna
D
het staat tussen twee komma's

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de signaalwoorden die horen bij: een voorbeeld?
A
uitleg
B
bijvoorbeeld
C
een voorbeeld van
D
synoniem

Slide 13 - Quiz

Onderwerp van een tekst
  • Oriënterend lezen

Slide 14 - Slide

Als je oriënterend leest, dan bekijk je eerst de:
A
belangrijkste alinea's
B
de titel & de tussenkopjes
C
de afbeeldingen, de tussenkopjes en de vetgedrukte woorden
D
de eerste alinea

Slide 15 - Quiz

Het onderwerp omschrijf je ...
A
in een zin
B
in 1 of 2 woorden
C
in een kort stukje tekst

Slide 16 - Quiz

Hoofdgedachte

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Datum
  • Meer dan lezen §3 blz. 21 - 25: Opdracht 4, 5, 6, 7 & 8






Slide 18 - Slide