Les maart 2023

Wat is het grootste orgaan?
1 / 23
next
Slide 1: Open question
GezondheidskundeMBOStudiejaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Wat is het grootste orgaan?

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

Welke darm is het langst?
A
Endel darm
B
Dikke darm
C
Dunne darm
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 2 - Quiz

De dunne darm is gemiddelt 4,5 meter lang bij een volwassene

De endeldarm is 15- 20 cm lang

De dikke darm is ongeveer 1,5 m
en ligt in een hoefijzer vorm
Waar Bevind zich het grootste bot?
A
Arm
B
Hoofd
C
been
D
voet

Slide 3 - Quiz

Het grootste bot zit in het been

Het is de dijbeen

Grootste spier is een spier die het volume van je billen vormt en vanaf de rug naar je bekken loopt in een soort vier hoek aanhechting(GLUTEUS MAXIMUS)
Welk orgaan breekt giftige stoffen af?
A
Milt
B
Nieren
C
Lever
D
Alvleesklier

Slide 4 - Quiz

De lever breekt giftige stoffen af in het lichaam en zorgt dat het via gal in ontlasting word afgevoerd

Milt: zorgt voor afweer tegen bacterien
afbreken van rode bloedcellen nadat deze verbruikt zijn

Nieren: Waterhuishouding in lichaam op peil houden en afvoeren afvalstoffen

Alvleesklier: maakt stoffen aan die zorgen voor spijsvertering

Waar bevind zich het kleinste bot?
A
Pink
B
Kleine teen
C
Oor
D
Ergens anders

Slide 5 - Quiz

In het oor: het stijgbeugeltje ong: 3 mm

Stijgbeugel spier is het kleinste spiertje 
ong. 1 mm



Wat is de sterkste spier in je lichaam?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Symptomen van ademhalingsstoornis

Slide 7 - Open question

This item has no instructions


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Witte bloedcellen
A
vervoeren zuurstof
B
zorgen voor stolling
C
bevatten hemoglobine
D
bestrijden ziekteverwekkers

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bloed bevat witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Welke functie hebben de rode bloedcellen?

A
Afweer
B
Transport van zuurstof
C
Bloedstolling
D
Transport opgeloste stoffen

Slide 11 - Quiz

De witte bloedcellen kunnen schadelijke stoffen en ziekteverwekkers herkennen en onschadelijk maken.
Wat doen bloedplaatjes?
A
Maken wondjes dicht
B
Bestrijden ziekteverwekkers
C
Vervoeren zuurstof
D
Vervoeren koolstofdioxide

Slide 12 - Quiz

 Bloedplaatjes, ook wel trombocyten genoemd, spelen vooral een belangrijke rol bij de bloedstolling.

Ze zorgen ervoor dat het bloed stolt en er een korstje op de wond komt.


Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 13 - Quiz

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Een piepende ademhaling valt onder een gewone ademhaling
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bij de kans op wervelletsel voer je toch de kinlift uit om de ademhaling te beoordelen.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Het slachtoffer met vermoedelijk wervelletsel ligt op zijn buik op de grond. Hij is buiten bewustzijn. Wat doe je?
A
Je draait het slachtoffer om zodat je de ademhaling kunt controleren.
B
Je laat het slachtoffer liggen omdat je het wervelletsel niet wil verergeren.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke orgaanstelsel wordt gevormd door de spieren en het skelet?
A
ademhalingsstelsel
B
bewegingsstelsel
C
hart en bloedvatenstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van ademhaling?
A
reinigen van de lucht
B
opnemen van O2 en uitscheiden van CO2
C
slechte lucht inademen
D
afvalstoffen van de lucht scheiden

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bij de uitademing spannen de ademhalingsspieren zich.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Bij de uitademing verslappen de ademhalingsspieren.

je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een shock?
A
Er gaat elektrische stroom door het lichaam van het slachtoffer
B
Er is sprake van een te lage bloeddruk waardoor er onvoldoende bloed en zuurstof is.
C
Het slachtoffer is erg geschrokken
D
Het slachtoffer is hyperactief

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Shockcirkel: wat is het eerste orgaan (en) die shockverschijnsel gaat vertonen?
A
nieren
B
spieren, onderhuids bindweefsel
C
huid, slijmvliezen
D
spijsvertering, lever

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is koolmonoxide vergiftiging
A
Je bloed wordt vergiftigt waardoor je ziek wordt.
B
Je lichaam neemt koolmonoxide sneller op dan zuurstof.
C
De frisse lucht in de ruimte wordt explosief door rookgassen.
D
De zuurstof wordt uit de ruimte verdrongen waardoor je uiteindelijk stikt.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions