Vragers en aanbieder hoofdstuk 4 deel 2

Vragers en aanbieders
Bespreken opgave 4.8
Homogeen product
Heterogeen product
Marktwerking
Vast en flexibel
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Vragers en aanbieders
Bespreken opgave 4.8
Homogeen product
Heterogeen product
Marktwerking
Vast en flexibel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Marktwerking
Er ontstaat automatisch evenwicht. Bij loon van € 35.000 is er teveel aanbod en te weinig vraag. Het loon zakt naar 
€ 25.000.
Nu is er evenwicht

Slide 11 - Slide

Maar arbeid is niet homogeen
Als product homogeen is (je kunt je niet onderscheiden) ontstaat perfecte marktwerking. Prijs reageert op overschot

Slide 12 - Slide

Maar arbeid is niet homogeen
Arbeid is heterogeen. Iedere werknemer verschilt qua opleiding, karakter, ervaring.
Dus lonen passen zich niet automatisch aan. Hoog loon kan in stand blijven

Slide 13 - Slide

Lezen en aantekening maken
Bladzijde 58 en noteer definities van:
Instituties (met voorbeelden)
CAO
Middel (wapen) van vakbonden ..........
vast contract
Maken 4.12 t/m 4.14

Slide 14 - Slide

Lezen en aantekening maken
instituties =  organisaties of afspraken die de omgang van burgers vormgeven
voorbeelden: werkgevers- en werknemersorganisaties, vakbonden, CAO , minimumloon
CAO = Collectieve Arbeidsovereenkomst--> overeenkomst tussen werkgevers- en werknemersorganisaties
Middel (wapen) van vakbonden: staking 
vast contract: afspraken over loon en arbeidstijden liggen vast


Slide 15 - Slide

Lezen en aantekening maken
Bladzijde 59 en noteer definities van:
minimumloon
zzp'er
waarom is loon van zzp'er flexibel?

Slide 16 - Slide

Lezen en aantekening maken
Minimumloon = het loon dat iemand minimaal moet krijgen
zzp'er = zelfstandige zonder personeel
waarom is loon van zzp'er flexibel?
Tarief ligt niet vast. Als vraag naar stukadoors stijgt en aanbod blijft achter dan stijgt het tarief
Meer zullen zich aanbieden. Er komt evenwicht

Slide 17 - Slide

Maken 
tot en met 4.20

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

In welke sector worden door automatisering banen gecreëerd?
A
Industrie
B
ICT
C
Ziekenhuizen
D
Administratie

Slide 20 - Quiz

In welke sector verdwijnen banen door automatisering
A
Onderwijs
B
Verpleging
C
Industrie
D
Bouw

Slide 21 - Quiz

Flexibilisering
Vaste banen vervangen door:
zzp'ers (zelfstandigen zonder personeel)
Oproepkrachten/ 0-uren contracten
Min-max contracten

Slide 22 - Slide

Voordelen
Voor werkgever: je schakelt personeel alleen in wanneer je ze nodig hebt
Je kunt makkelijk personeel ontslaan als er geen werk is

Voor werknemer: je kunt soms zelfs in overleg je werktijden bepalen
Als het heel druk is word je extra veel ingezet

Slide 23 - Slide

Nadelen
Voor werkgever: flexibele krachten hebben minder binding met bedrijf. Doen minder hun best.

Voor werknemer: geen vaste inkomsten. Moeilijk hypotheek kunnen krijgen voor huis

Slide 24 - Slide

Minimumloon en werkloosheid

Slide 25 - Slide

Minimumloon en werkloosheid
Qv = - L + 100.000     Q v = aantal vakmensen dat gevraagd wordt in de metaal  Qa = 2 L -  80.000     Q a = aantal vakmensen dat zich aanbiedt in de metaal                                                L = bruto jaarloon in euro's
Bereken het evenwichtsloon en evenwichtshoeveelheid

Slide 26 - Slide

Evenwichtsloon
Qa = Qv
2 L - 80.000 = - L + 100.000
+ 80.000             + 80.000
2 L = - L + 180.000
+ L          + L               
3 L = 180.000
L = 60.000

Slide 27 - Slide

Evenwichtshoeveelheid
L = 60.000 --> Q v = - 60.000 + 100.000 = 40.000
L = 60.000 --> Q a = 2 X 60.000 - 80.000 = 40.000

Slide 28 - Slide

Minimumloon en werkloosheid
Overheid stelt een minimumloon in van € 70.000. Bereken het aanbodoverschot

Qv = - L + 100.000  
 Qa = 2 L - 80.000 

Slide 29 - Slide

Minimumloon en werkloosheid
Qa = 2 L - 80.000 
Qv = - L + 100.000

L = 70.000 --> Q a = 2 X 70.000 - 80.000 = 60.000
L = 70.000 --> Q v = - 70.000 + 100.000 =   30.000 -
Aanbodoverschot                                                 30.000

Slide 30 - Slide

Weektaak
Maken tot en met 4.26


Slide 31 - Slide