1 MHV De lidwoorden

Bonjour!
Le programme d'aujourd'hui:

- c'est quel jour aujourd'hui? 
- les devoirs: blok AB 
- aantekening: lidwoorden in het Frans
- exercices 12 a+16ACD
Programme d'aujourd'hui
Leerdoelen. Je kan:
- lidwoorden in het Frans vertalen 
- zelfstandig naamwoorden in het meervoud zetten
1 / 45
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour!
Le programme d'aujourd'hui:

- c'est quel jour aujourd'hui? 
- les devoirs: blok AB 
- aantekening: lidwoorden in het Frans
- exercices 12 a+16ACD
Programme d'aujourd'hui
Leerdoelen. Je kan:
- lidwoorden in het Frans vertalen 
- zelfstandig naamwoorden in het meervoud zetten

Slide 1 - Slide

persoonlijk voornaamwoorden
C'est quel jour aujourd'hui?
Aujourd'hui on est ...
oozjoerdwie on ee

Slide 2 - Slide

Voca check!
Blok AB P. 52
timer
8:00

Slide 3 - Slide

Lesdoelen...
Aan het einde van de les kun jij
  • Lidwoorden in het Frans vertalen
  • Onderscheid maken tussen mannelijke, vrouwelijke en woorden in het meervoud

Slide 4 - Slide

Les articles

Slide 5 - Slide

Article défini (bepaald lidwoord)


De/het =
  • le > mannelijk
  • la > vrouwelijk
  • l' > klinker/stomme h

  • les > meervoud                            

la fille

les filles
le garçon

les garçons
l'ami

les amis

Slide 6 - Slide

Article indéfini (onbepaald lidwoord)


Een =
  • un > mannelijk
  • une > vrouwelijk


une fille
un garçon

Slide 7 - Slide

Bepaald lidwoord + zelfstandig naamwoord
bepaald lidwoord

les -> mannelijk en vrouwelijk meervoud
les garçons = de jongens
les filles = de meisjes

Zelfstandig naamwoord in het meervoud:        +  s
Als het zn op een s eindigt, dan zet je er GEEN s achter.
le cours  = de les                          les cours = de lessen

Slide 8 - Slide

REGELS?
Geen echte regels waardoor je niet weet of een woord m of v is.
Behalve als het heel duidelijk is (meisje, jongen).
Je moet ze dus leren!

Slide 9 - Slide

Koppel het juiste lidwoord aan de juiste omschrijving:
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die in het meervoud staan: 
..... livres
Dit lidwoord gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die mannelijk zijn: ..... portable
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die vrouwelijk zijn: ..... semaine
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die beginnen met een klinker of stomme "h": ..... ordinateur
LA
LE
LES
L'

Slide 10 - Drag question

Mnl.
Vrl.
Mv.
de/het
een
Les articles (de lidwoorden) |
Apprendre 5 | Lidwoorden 
Un
La / L'
Une
Les
Des
Le /L'

Slide 11 - Drag question

un
une
soeur
monsieur
chien
amie
maison
garçon

Slide 12 - Drag question

le
la
l'
les
ami
père
garçons
famille
fille
hôtel
parents
frère

Slide 13 - Drag question

C'est parti !
  1. .......... photo   (de foto - v)
  2. .......... livre       (het boek - m)
  3. .......... garçon (de jongen - m)
  4. .......... avion    (het vliegtuig -  m)
  5. .......... filles     (de meisjes - mv)

Slide 14 - Slide

C'est parti!
  1. la photo   (de foto - v)
  2. le livre       (het boek - m)
  3. le garçon (de jongen - m)
  4. l'avion    (het vliegtuig -  m)
  5. les filles     (de meisjes - mv)

Slide 15 - Slide

Vul het lidwoord in:
... jour (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 16 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... musique (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 17 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... prix (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 18 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... cousins (m/mv)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 19 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... famille (v)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 20 - Quiz

Vul het juiste lidwoord in:
... âge (m)
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 21 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
le jardin
A
un jardin
B
une jardin

Slide 22 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
le truc
A
un truc
B
une truc

Slide 23 - Quiz

Faire: exercice12A blz 29 + 16ACD blz 32/33
comment: en silence

Klaar? Leren: blok AB + E t/m de rien (blz 52/53)

Au travail!
timer
10:00

Slide 24 - Slide

Verander het lidwoord in un/une:
la photo
A
un photo
B
une photo

Slide 25 - Quiz

Verander het lidwoord in un/une:
la fille
A
un fille
B
une fille

Slide 26 - Quiz

Verander het lidwoord in le, la, l' , les :
une soeur
A
la soeur
B
le soeur
C
les soeurs
D
l'soeur

Slide 27 - Quiz

un
une
soeur
monsieur
chien
amie
maison
garçon

Slide 28 - Drag question

le
la
l'
les
ami
père
garçons
famille
fille
hôtel
parents
frère

Slide 29 - Drag question

un ami
A
le ami
B
la ami
C
l'ami
D
les ami

Slide 30 - Quiz

un sport
A
le sport
B
la sport
C
l'sport
D
les sport

Slide 31 - Quiz

Maak het meervoud: la soeur

Slide 32 - Open question

Maak het meervoud: l'ami

Slide 33 - Open question

Koppel het juiste lidwoord aan de juiste omschrijving:
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die in het meervoud staan: 
..... livres
Dit lidwoord gebruik je voor zelfstandig naamwoorden die mannelijk zijn: ..... portable
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die vrouwelijk zijn: ..... semaine
Dit lidwoord gebruik je bij zelfstandig naamwoorden die beginnen met een klinker of stomme "h": ..... ordinateur
LA
LE
LES
L'

Slide 34 - Drag question

Mnl.
Vrl.
Mv.
de/het
een
Les articles (de lidwoorden) |
Apprendre 5 | Lidwoorden 
Un
La / L'
Une
Les
Des
Le /L'

Slide 35 - Drag question

Welke lidwoorden zijn mannelijke lidwoorden ?
A
le
B
la
C
un
D
une

Slide 36 - Quiz

Welke lidwoorden zijn vrouwelijke lidwoorden?
A
le
B
la
C
un
D
une

Slide 37 - Quiz

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een vrouwelijk woord?
A
le/un
B
la/une
C
les

Slide 38 - Quiz

de campings


A
les campings
B
la camping
C
l'camping
D
le camping

Slide 39 - Quiz

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een mannelijk woord?
A
le/un
B
la/une
C
les

Slide 40 - Quiz

Lidwoorden: welke lidwoorden krijg je bij een woord in het meervoud?
A
le/un
B
la/une
C
les

Slide 41 - Quiz

La roue
Welk lidwoord krijgt het zelfstandig naamwoord?

Slide 42 - Slide

Noteer hier het Franse lidwoord

Slide 43 - Open question

La roue
Welk lidwoord krijgt het zelfstandig naamwoord?

Slide 44 - Slide

Noteer hier het Franse lidwoord

Slide 45 - Open question