Ik kan uitleggen hoe een spier is opgebouwd. (bron 3)
Ik kan het verschil uitleggen tussen een buigspier en een strekspier.
Ik kan uitleggen waarom je een buigspier en een strekspier nodig hebt om te kunnen bewegen. (bron 5)
Ik kan uitleggen wat er gebeurt wanneer een kringspier samentrekt.
Ik kan uitleggen wat er gebeurt wanneer een lengtespier samentrekt.
Ik kan een voorbeeld geven van een samenwerking tussen lengtespieren en kringspieren.
Ik kan het verschil uitleggen tussen een onwillekeurige en een willekeurige spier.
Ik kan voorbeelden geven van onwillekeurige en willekeurige spieren.