This lesson contains 12 slides, with text slides and 5 videos.
Items in this lesson
week 3 schoonmaak
Slide 1 - Slide
schoonmaken
Hoe moet ik schoonmaken?
Werk van hoog naar laag: eerst bovenop kasten, dan tafels en vensterbanken en als laatste de vloer. Zo valt stof en vuil niet op een plek die al schoon is.
Werk van schoon naar vies. Begin op de minst vuile plaatsen. Zo worden de spullen waarmee je schoonmaakt minder snel vies.
Slide 2 - Slide
Wat is het verschil tussen reinigen en ontsmetten?
Met een desinfectiemiddel kunt u hardnekkige bacteriën, schimmels en ziektekiemen verwijderen.
Een reinigingsmiddel doet dit niet.
Slide 3 - Slide
Wat zijn de schoonmaak regels?
Maak eerst 'droog' schoon (afstoffen, stofzuigen) en daarna 'nat' (vochtig doekje, stomen, dweilen). Maak schoon van 'schoon' naar 'vuil' en van 'hoog' naar 'laag'. Werk volgens een schoonmaakschema.
Slide 4 - Slide
werkinstructie-
kaart
handen wassen
Slide 5 - Slide
instructiekaart
maak een instructiekaart werkinstructie voor sanitair reinigen