Het vervoegen wan werkwoorden op -ir

Het vervoegen van werkwoorden op -ir
Finir (eindigen)
Choisir (kiezen)
Grandir (groeien)
Rougir (blozen)
Réfléchir (nadenken)
Réussir (slagen)
Remplir (invullen)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het vervoegen van werkwoorden op -ir
Finir (eindigen)
Choisir (kiezen)
Grandir (groeien)
Rougir (blozen)
Réfléchir (nadenken)
Réussir (slagen)
Remplir (invullen)

Slide 1 - Slide

Doel:

Aan het einde van de les kan ik de werkwoorden op -ir vervoegen in de présent en passé composé

Slide 2 - Slide

Welke onregelmatige werkwoorden kennen we al ???

Slide 3 - Open question

Hoe vervoeg ik werkwoorden op -er (aimer) in de tegenwoordige tijd (présent)

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Vervoegen van werkwoorden die eindigen op -ir in het Frans (finir) in de présent (ott)
Stap 1 : Stam van het werkwoord opzoeken

Stam = hele werkwoord - ir

Finir - ir = FIN (stam van het werkwoord)

Slide 8 - Slide

Stap 2: De juiste uitgangen
Je + is
Tu + is
Il/elle/on + it
Nous + issons
Vous + issez
Ils/elles + issent

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
Je finis
Tu finis
Il/elle/on finit
Nous finissons
Vous finissez
Ils/elles finissent

Slide 10 - Slide

De passé composé
Bestaat uit:

Vorm van het hulpwerkwoord avoir
+
Voltooid deelwoord

Slide 11 - Slide

Het werkwoord avoir
J'ai
Tu as
Il/elle/on a
Nous avons
Vous avez
Ils/elles ont

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ir
Stap 1:
Hele werkwoord - ir
Finir - ir = Fin

Stap 2:
Stam + i
Fin  + i = fini

Slide 14 - Slide

Voorbeeld:
J'ai fini
tu as fini
il/elle/on a fini
nous avons fini
vous avez fini
ils/elles ont fini

Slide 15 - Slide