V6 Herhaling tijdvakken en kenmerkende aspecten t/m tijdvak 8

Tien tijdvakken
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Tien tijdvakken

Slide 1 - Slide

Het leven van de eerste mensen
Jagers-verzamelaars worden boeren
De eerste steden ontstaan / meer bezit

Slide 2 - Drag question

Welk kenmerkend aspect past bij deze bron?
De Griekse filosoof Protagoras schrijft in de vijfde eeuw voor Christus:


Van de goden kan ik niet weten dat ze er zijn; ook niet dat ze er niet zijn en ook niet
welk uiterlijk ze hebben. Want vele dingen verhinderen het te weten, zowel de onzekerheid als de kortheid van het leven. 
A
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat.
B
De ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
C
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
D
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.

Slide 3 - Quiz

Stel je krijgt een plaatje over een Romeins badhuis dat opgegraven is in Nijmegen. Welk(e) KA past/passen daar dan bij ?
A
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat
B
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur
C
De groei van het Romeinse imperium en verspreiding Grieks-Romeins cultuur
D
De ontwikkeling van het Jodendom en Christendom

Slide 4 - Quiz

Welk kenmerkend aspect past bij deze afbeelding?
A
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat.
B
De ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
C
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
D
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.

Slide 5 - Quiz

Zet onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologie (tijdsvolgorde van vroeger naar later)
A.  Karel de Grote wordt tot keizer gekroond. De eerste keizer sinds de laatste Romeinse keizer. 
B. Met de dood van Julius van Caesar komt min of meer een einde aan de Romeinse Republiek 
C. De Griekse Herodotus wordt beschouwd als de eerste historicus
D. Ramses II, de bekendste farao van Egypte, had meer dan 100 kinderen
E. Otzi, een jager/verzamelaar, wordt waarschijnlijk vermoord en begraven door de sneeuw 
F. Keizer Nero laat christenen oppakken en levend verbranden.  Dit was de eeste christenvervolging. 

Slide 6 - Drag question

Feodalisme
Hofstelsel
Lijfeigene
Leenmannen
Verzorgen rechtspraak
Vazal

Slide 7 - Drag question

Leenstelsel
Domeinstelsel (hofstelsel)
economisch systeem
Politiek systeem

Slide 8 - Drag question

Kenmerkende Aspecten
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
Hst 3 - De vroege middeleeuwen
Hst 4 - De late middeleeuwen
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten
Het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 9 - Drag question

1500-1600
1600-1700
1700-1800
Regenten en vorsten
ontdekkers en hervormers
pruiken en revoluties

Slide 10 - Drag question

1
2
3
4
De tijd van ontdekkers en hervormers
De tijd regenten en vorsten
De tijd van pruiken en revoluties
De tijd van burgers en stoommachines
het begin van de Europese overzeese expansie
de protestante reformatie die splitsing van de kerk in West-Europa tot gevolg had
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving
uitbouw van de Europese overheering, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap

Slide 11 - Drag question

Tijd van ontdekkers en hervormers
Tijd van wereldoorlogen
tijd van burgers en stoommachines
tijd van regenten en vorsten
Tijd van pruiken en revoluties
verzet tegen imperialisme
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
begin van overzeese Europese expansie
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie 

Slide 12 - Drag question