Les 2 Les(s) Stress: Positieve en negatieve gedachtes - omdenken
Les 2 Les(s) Stress: Omgaan met negatieve gedachten
Omgaan met negatieve gedachten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MentorlesMBOStudiejaar 1
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Les 2 Les(s) Stress: Omgaan met negatieve gedachten
Omgaan met negatieve gedachten
Slide 1 - Slide
Omdenken
positieve en negatieve gedachten
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
* Je weet dat je door wat je denkt, je je anders gedraagt
* Je weet dat je invloed hebt op je eigen gedachtes
* Je weet dat je altijd een keuze hebt
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
De gebeurtenis kan jij niet veranderen
Soms overkomen jouw dingen.
Je hebt GEEN invloed
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Invloed hebben
Op wat je DENKT
op jouw eigen gedachten
Niet in problemen, maar oplossingen denken
Slide 7 - Slide
Van een mug een olifant maken
Kleine missers kunnen in je hoofd onevenredig veel ruimte innemen.
En pieker je te lang over kleine dingen.
Slide 8 - Slide
Geef een voorbeeld van een negatieve gedachte die je deze week/vorige week hebt gehad. Waar pieker je over?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Denkfouten herkennen
Misschien ben je geneigd veel aandacht te schenken aan wat mis gaat.
Dan is het belangrijk te letten op wat wel goed gaat.
Slide 11 - Slide
Denkfouten
Zwarte bril: alleen aandacht hebben voor fouten en niet voor dingen die goed gaan
Alles of niets denken: denken in termen van nooit/altijd, alles/niks
Gedachten lezen: gedachten invullen voor een ander (nivea)
Toekomst voorspellen: al vooruit denken aan de dingen die fout zullen gaan
Slide 12 - Slide
Denkfouten 2
Denken in termen van moeten: de druk opvoeren voor jezelf: Ik moet het goed doen
Emotioneel redeneren: ik voel me een loser, dus ik ben een loser
Opdracht maken
Slide 13 - Slide
Geef een voorbeeld van een positieve gedachte die je deze week/vorige week hebt gehad.
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Maak deze gedachte positief: Ik kan geen ..(vak naar keuze)
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Positieve en Negatieve stoel:
Als je op de positieve stoel zit, bekijk je de situatie van een positieve kant. Als je op de negatieve stoel zit, dan bekijk je de situatie van een negatieve kant.