Lezen en woordenschat

Lezen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lezen

Slide 1 - Slide

Op Marktplaats scrollen en kijken of er nog iets interessants wordt aangeboden
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief liezen
D
Zoekend lezen

Slide 2 - Quiz

In een betoog voor kernenergie kijken of de informatie niet te eenzijdig is.
A
Zoekend lezen
B
Kritisch lezen
C
Intensief lezen
D
Studerend lezen

Slide 3 - Quiz

Een (online) artikel uit de NRC helemaal lezen.
A
Intensief lezen
B
Oriënterend lezen
C
Globaal lezen
D
Studerend lezen

Slide 4 - Quiz

Voor een toets economie een schema maken van de belangrijkste informatie in de tekst.
A
Studerend lezen
B
Kritisch lezen
C
Zoekend lezen
D
Oriënterend lezen

Slide 5 - Quiz

Op de website van de Pathé lezen welke films er die maand spelen.
A
Globaal lezen
B
Oriënterend lezen
C
Zoekend lezen
D
Studerend lezen

Slide 6 - Quiz

In de inhoudsopgave van de Quest zoeken naar dat artikel over zoenen dat op de voorpagina staat
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Kritisch lezen
D
Zoekend lezen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Voorbeeldzinnen so:

1. Het verlagen van de maximumsnelheid moet wel efficiënt zijn.
2. Door het opwarmen van de aarde komen er steeds meer inheemse insecten naar Nederland
3. Ik denk altijd dat het ergste scenario waarheid zal worden.




Slide 9 - Slide

Op Marktplaats scrollen en kijken of er nog iets interessants wordt aangeboden
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief liezen
D
Zoekend lezen

Slide 10 - Quiz

Voor een toets economie een schema maken van de belangrijkste informatie in de tekst.
A
Studerend lezen
B
Kritisch lezen
C
Zoekend lezen
D
Oriënterend lezen

Slide 11 - Quiz

Hoe ervaar je het vak Nederlands qua hoeveelheid/moeilijk op een schaal van 0-10?
010

Slide 12 - Poll

Je mag meteen beginnen:
Ga naar blz. 17 en lees de theorie.
Maak opdracht 3, 4 en 5 in je schrift en kijk na. 

Slide 13 - Slide

Tekst en publiek (blz. 20)
Om je doel te bereiken, houd je rekening met je publiek. Je kunt het publiek herkennen door te kijken naar:
- het onderwerp;
- de inhoud;
- de bron;
- het taalgebruik/de toon;
- de lay-out

Slide 14 - Slide

Zoek een reclame die bedoeld is voor een publiek tussen de 12 en 30 jaar. Kijk naar onderwerp, taal, lay-out, bron

Slide 15 - Open question

Tussenstand
Heb jij:
1. Alle weektaken bijgehouden?
2. Een boek geleend voor de boektoets?
3. De so woordenschat voorbereid?

Ja? Lekker bezig!
Nee? Doe het vandaag of voor maandag

Slide 16 - Slide

Vorige week leerde je over een uiteenzetting, beschouwing en betoog. Hoe herken je ze in een tekst?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Voorbeeldzinnen so:

1. Het verlagen van de maximumsnelheid moet wel efficiënt zijn.
2. Door het opwarmen van de aarde komen er steeds meer inheemse insecten naar Nederland
3. Ik denk altijd dat het ergste scenario waarheid zal worden.




Slide 19 - Slide

Wat is het verschil tussen een uiteenzetting, beschouwing en betoog?

Hoe herken je ze in een tekst?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide