6.2 Hoeveel belasting betaal je?

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.2 Hoeveel belasting betaal je?

Slide 1 - Slide

BOX 1

Slide 2 - Slide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Box 1 (herhaling)
In box 1 betaal je belasting over je belastbaar inkomen uit werk en woning.

belastbaar inkomen = inkomsten + eigenwoningforfait + bijtellingen - aftrekposten

Slide 3 - Slide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Schijventarief
In box 1 betaal je belasting over je belastbaar inkomen uit werk en woning. Het belastbaar inkomen wordt verdeeld over 2 schijven (schijventarief).

  • Schijf 1        tot € 75.518            36,97%
  • Schijf 2       vanaf € 75.518      49,50%


Slide 4 - Slide

Schijf 1 tot € 75.518 36,97%
Schijf 2 vanaf € 75.518 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Hoeveel belasting betaal je over schijf 1?

Slide 5 - Open question

Schijf 1 tot € 75.518 36,97%
Schijf 2 vanaf € 75.518 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Welk bedrag wordt niet belast in schijf 1 maar wel in schijf 2?

Slide 6 - Open question

Schijf 1 tot € 73.031 36,93%
Schijf 2 vanaf € 73.031 49,50%

Stel je verdient € 80.000. Hoeveel belasting betaal je over schijf 2?

Slide 7 - Open question

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Schijventarief - voorbeeld
  • Schijf 1    tot € 75.518          36,97%
  • Schijf 2    vanaf € 75.518   49,50%

Stel je verdient € 80.000
  • Schijf 1: € 75.518 : 100 x 36,97 = € 27.919,00
  • Schijf 2: € 80.000 - € 75.518 = € 4.482 -> € 4.482 : 100 x 49,50 = € 2.218,59
      -> € 27.919,00 + € 2.218,59 = € 30.137,59




Slide 8 - Slide

6.2 Iedereen betaalt belasting
Progressief belastingtarief bij loonbelasting
Progressief tarief: naarmate je meer verdient, betaal je meer belasting. 

Het belastingpercentage wordt groter -> nivellerend effect op het inkomen (inkomensverschillen worden naar verhouding kleiner)  

Het schijventarief is hier een voorbeeld van.   



Slide 9 - Slide

BOX 3

Slide 10 - Slide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
BOX 3
In box 3 betaal je belasting over het rendement van je vermogen.
  • spaargeld
  • beleggingen
Een deel van je vermogen is hiervan vrijgesteld. Dit is het heffingsvrij vermogen. Het deel waar belasting op wordt geheven is het belastbaar vermogen.

Je betaalt belasting over het fictieve rendement.

Slide 11 - Slide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
BOX 3
In box 3 betaal je belasting over het rendement van je vermogen.

  1. Trek het heffingsvrij vermogen van je vermogen af.
  2. Bereken het fictief rendement.
  3. Bereken de belasting over het fictief rendement.

Maak oefening 6 en 7 op pagina 176-177.

Slide 12 - Slide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Oefening 6

Slide 13 - Slide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Oefening 7

Slide 14 - Slide

Te betalen/ontvangen belasting

Slide 15 - Slide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Heffingskorting
Je hebt recht op 1 of meerdere heffingskortingen ( afhankelijk van persoonlijke situatie).
  • algemene heffingskorting (iedereen)
  • arbeidskorting
  • ...
Deze korting wordt van je belastingen afgetrokken!

belasting box 1 + belasting box 3 - heffingskorting = verschuldigde inkomstenbelasting

Slide 16 - Slide

Samenvatting

Slide 17 - Slide

6.2 Hoeveel belasting betaal je?
Samenvatting
BOX 1
  1. Bepaal je belastbaar inkomen.
    inkomen + bijtelling - aftrekposten
  2. Verdeel je inkomen over schijven. 
  3. Bereken de belasting per schijf.

BOX 3
  1. Bepaal het belastbaar vermogen
    vermogen - heffingsvrij vermogen 
  2. Bepaal het fictief rendement.
  3. Bereken belasting over rendement

Verschuldigde inkomstenbelasting
BOX 1 + BOX 3 - heffingskortingen

Slide 18 - Slide