§2.1 Belasting betalen

Opdracht
Wat: Maak de opdrachten van het blad dat je hebt gekregen van de docent.
Hoe: Voor jezelf. in je schrift. Je mag in je werkboek spieken.
Tijd: 20 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Klassikaal bespreken
Klaar: Maak de opdrachten die je achter loopt van eerdere paragraven


timer
20:00
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Opdracht
Wat: Maak de opdrachten van het blad dat je hebt gekregen van de docent.
Hoe: Voor jezelf. in je schrift. Je mag in je werkboek spieken.
Tijd: 20 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Klassikaal bespreken
Klaar: Maak de opdrachten die je achter loopt van eerdere paragraven


timer
20:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lorenzcurve
  • Binnen een land is het inkomen/vermogen ook niet gelijkmatig verdeeld!
  • Dat zie je aan een Lorenzcurve

  • Wat wilt de overheid en welke maatregelen neemt de overheid

Maatregelen om inkomensverschillen te verkleinen: nivellerende maatregelen

dmv belastingen?

Slide 3 - Slide

§2.1 Belasting betalen

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je:
  1. Hoe we in Nederland belasting heffen op inkomen
  2. Het verschil tussen:
  • inkomen en vermogen
  • inkomen en belastbaar inkomen
  • vermogen en belastbaar vermogen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Een Amerikaanse miljonair betaalt minder belasting dan zijn secretaresse. Welk belastingsysteem geldt er?
A
progressief
B
proportioneel
C
degressief
D
vlaktax

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Door heffingskortingen wordt het belastingstelsel
A
proportioneel
B
degressief
C
progressief
D
agressief

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Opdracht
Wat: Maak opdracht 1, 3 en 4 op blz.74 e.v.
Hoe: Voor jezelf. in je schrift. 
Tijd: 20 minuten (10 min stiltemoment) 
Resultaat: Klassikaal bespreken
Klaar: Maak de opdrachten die je achter loopt van eerdere paragraven


timer
15:00

Slide 17 - Slide

Inkomstenbelasting
Herverdelen van inkomens via de inkomstenbelasting 
Deze bestaat uit 3 boxen:
  • Box 1: Werk en wonen
  • Box 2: Aanmerkelijk belang
  • Box 3: Sparen en beleggen

Slide 18 - Slide

Box 1: werk en wonen
  • Inkomen uit arbeid (loon/winst)
  • + bijtellingen (auto van de zaak, eigenwoningforfait)
  • - aftrekposten (hypotheekrenteaftrek, zorgkosten)

  • = Belastbaar inkomen 
  • Inkomen waar de te betalen belasting over wordt berekend

Slide 19 - Slide

Voorbeeld 
Van Piet zijn de volgende gegevens bekend:
  • Piet is advocaat en verdient van €120.000 per jaar
  • Piet heeft een woning gekocht met een WOZ-waarde van €450.000.  Het tarief eigenwoningforfait is 0,35%.
  • Piet heeft een auto van de zaak met een nieuwwaarde van €48.000. De bijtelling = 22%.
  • Piet heeft een hypotheek van €450.000. Hij betaalt de bank jaarlijks 4,2% rente 

  • Vraag: Bereken het belastbaar inkomen van Piet!




Slide 20 - Slide

Het belastbaar inkomen berekenen
Van Piet zijn de volgende gegevens bekend:
  • Piet is advocaat en verdient van €120.000 per jaar
  • Piet heeft een woning gekocht met een WOZ-waarde van €450.000.  Het tarief eigenwoningforfait is 0,35%.
  • Piet heeft een auto van de zaak met een nieuwwaarde van €48.000. De bijtelling = 12%.
  • Piet heeft een hypotheek van €450.000. Hij betaalt de bank jaarlijks 4,2% rente 

  • Vraag: Bereken het belastbaar inkomen van Piet!

  • Inkomen uit arbeid: 120.000
  • + Eigenwoningforfait: 450.000 : 100 x 0,35 = €1.575
  • + Bijtelling auto: 48.000 : 100 x 12 = 5.760
  • - Hypotheekrente: 450.000 : 100 x 4,2 = 18.900
  • Belastbaar inkomen = 108.435 (over dit bedrag gaat Piet belasting betalen)
  • Vraag: gaat Piet nu meer of minder belasting betalen en door welke bijtelling of aftrekpost komt dat?




Slide 21 - Slide

Te betalen belasting berekenen
  • Belastbaar inkomen Piet: €93.765
  • Voor een deel van Piet zijn belastbaar inkomen geldt het tarief in schijf 1
  • Over de rest betaalt hij het marginale tarief.

  • 75.518 : 100 x 36,97 = 27.919
  • Overig inkomen = 93.765 - 75.518 = 18.247
  • 18.247 : 100 x 49,50 = 9.032,27
  • Te betalen belasting in box 1 = 27.919 + 9.032 = 36.951,27 

  • Wat is de gemiddelde belastingdruk van Piet in box 1?
  • 36.951,27 : 120.000 x 100 = 30,79%





Slide 22 - Slide

Samen oefenen
Klaas verdient ook €120.000 per jaar. Hij durfde alleen de stap niet te nemen om een hypotheek af te sluiten, daarom huurt hij nog steeds voor €1.500 per maand een woning in het centrum van Den Haag. Klaas heeft dezelfde auto als Piet en heeft daarom dezelfde bijtelling als Piet (€5.760)
  1. Bereken het belastbaar inkomen van Klaas
  2. Bereken de te betalen belasting van Klaas
  3. Wat is de gemiddelde belastingdruk van Klaas?

  • 120.000 + 5.760 = 125.760 (belastbaar inkomen)
  • 75.518 : 100 x 36,97 = 27.919
  • 125.760 - 75.518 = 50.242 (hierover het marginale tarief)
  • 50.242 : 100 x 49,50 = 24.869,79
  • Te betalen belasting box 1 = 27.919 + 24.869,79 = 52.788,79
  • Gemiddelde belastingdruk = 52.788,79 : 120.000 x 100 = 43,99%
timer
5:00

Slide 23 - Slide

Piet
Inkomen Piet: 120.000
Belastbaar inkomen Piet: €93.765

75.518 : 100 x 36,97 = 27.919
Overig inkomen = 93.765 - 75.518 = 18.247
18.247 : 100 x 49,50 = 9.032,27
Te betalen belasting in box 1 = 27.919 + 9.032 = 36.951,27

Gemiddelde belastingdruk van Piet in box 1 = 
36.951,27 : 120.000 x 100 = 30,79%


Klaas
Inkomen Klaas: 120.000
Belastbaar inkomen Klaas: €125.760 

75.518 : 100 x 36,97 = 27.919
125.760 - 75.518 = 50.242
50.242 : 100 x 49,50 = 24.869,79
Te betalen belasting in box 1 = 27.919 + 24.869,79 = 52.788,79

Gemiddelde belastingdruk = 52.788,79 : 120.000 x 100 = 43,99%

Slide 24 - Slide

Box 3
  • Belasting op Sparen en beleggen
  • Ook wel Belasting over "vermogen"
  • Overheid gaat er vanuit dat iemand die vermogen heeft, dat vermogen laat groeien door:
  • Sparen (rente)
  • aandelen en obligaties (divident, koerswinst)
  • vastgoed (huurinkomsten/stijging woningwaarde)




Slide 25 - Slide

Box 3
Vermogen (alle bezittingen die waarde hebben)
- Heffingsvrij vermogen = 

Belastbaar vermogen
Vermogen waar te betalen belasting over wordt berekend


Slide 26 - Slide

Voorbeeld
  • Piet heeft naast zijn inkomen uit werk en wonen de volgende bezittingen:
  • Spaargeld: €150.000
  • Aandelen: €80.000
  • Een tweede woning met een waarde van €400.000
  • Het heffingsvrij vermogen in 2024 bedraag €57.000

  • Vraag: Bereken het belastbaar vermogen van Piet!
  • 150.000 + 80.000 + 400.000 = 630.000 (vermogen)
  • 630.000 - 57.000 = 573.000 (belastbaar vermogen)


Slide 27 - Slide

Vermogen wordt niet belast, maar...
  • Je betaalt geen belasting over het belastbaar vermogen, maar over het inkomen dat de overheid zegt dat je daarmee verdient.
  • De overheid gaat ervanuit dat met 573.000 een inkomen (rendement) verdient wordt .
  • De overheid weet niet van iedereen hoeveel het rendement precies is en gebruikt daarom vaste rendementspercentages.
  • Dit noemen we fictief rendement (niet wat het echt is, maar een verzonnen rendement)

150.000 + 80.000 + 400.000 = 630.000 (vermogen)
630.000 - 57.000 = 573.000 (belastbaar vermogen)
Fictief rendement


Slide 28 - Slide

Voorbeeld
Je betaalt geen belasting over het belastbaar vermogen, maar over het inkomen dat de overheid zegt dat je daarmee verdient.

  • 150.000 + 80.000 + 400.000 = 630.000 (vermogen)
  • 630.000 - 57.000 = 573.000 (belastbaar vermogen)
  • Fictief rendement
  • 50.000 : 100 x 1,898 =949
  • 573.000 - 50.000 = 523.000
  • 523.000 : 100 x 4,501 = 23.540,23

  • 949 + 23.540,23 = 24.489,23
  • Dit is het (fictieve) inkomen wat je verdient uit jouw vermogen. 
  • Daar ga je 31% belasting over betalen.
  • 24.489,23 : 100 x 31= 7.591,66




Belastingtarief box3

Slide 29 - Slide

Totaal te betalen
  • Te betalen belasting Box 1                          €36.951,27 
  • + te betalen belasting Box 3                      €    7.591,66
  •                                                                                  €44.542,93

  • De meeste mensen krijgen korting op de te betalen belasting dus...,
  • - Heffingskortingen                                        €    ..............
  • Te betalen belasting                                       €    ...............


Slide 30 - Slide

Heffingskortingen
  • Algemene heffingskorting: 
  • Over belastbaar inkomen €93.765
  • Categorie = tarief!
  • Boven €68.508 en dus geen algemene heffingskorting

  • Arbeidskorting:
  • Over arbeidsinkomen 120.000
  • Categorie = tarief!
  • Boven 105.737 en dus geen arbeidskorting

Slide 31 - Slide

Totaal te betalen
  • Te betalen belasting Box 1                          €36.951,27 
  • + te betalen belasting Box 3                      €    7.591,66
  •                                                                                  €44.542,93

  • - Heffingskortingen                                        €                   0
  • Te betalen belasting                                       €44.542,93


Slide 32 - Slide

Opdracht
Wat: Maak opdracht 8, 9, 12 en 15
Hoe: Voor jezelf. in je schrift. Je mag in je werkboek spieken.
Tijd: 20 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Klassikaal bespreken
Klaar: Maak de opdrachten die je achter loopt van eerdere paragraven


timer
20:00

Slide 33 - Slide