De functies van stengels
• de bladeren en bloemen dragen
• reservevoedsel opslaan
• stevigheid geven aan de plant
• water en opgeloste stoffen vervoeren (transporteren)
De functies van wortels
• de plant vastzetten in de bodem
• reservevoedsel opslaan
• water en mineralen (voedingszouten) opnemen
Houtvaten liggen:
• aan de binnenkant van een stengel of stam
• aan de bovenkant in een bladnerf
Houtvaten vervoeren water en mineralen van de wortels naar de bladeren.
Bastvaten liggen:
• aan de buitenkant van een stengel of stam
• aan de onderkant in een bladnerf
Bastvaten vervoeren water en suiker van de bladeren naar alle delen van de plant.
Planten krijgen stevigheid door:
• vocht in de vacuolen van de cellen van de opperhuid en de cellen met bladgroenkorrels
• cellulose en houtstof in de celwanden van houtcellen en vezels