Doelen formuleren

Methodisch werken
B1-K1-W2 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Methodisch werken
B1-K1-W2 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor

Slide 1 - Slide

Doel opstellen
Doelgerichte activiteiten: 

je streeft een bepaalde gedragsverandering na

Slide 2 - Slide

Je gaat activiteiten voorbereiden die passend zijn bij de behoeften van het kind. Welke stappen moet je nemen?

Slide 3 - Open question

Plan maken 
Hoe wil je naar het doel toewerken? Dit beschrijf je in het plan van aanpak. Daarin staat langs welke stappen het doel bereikt wordt. 

Dit plan is een soort handleiding waardoor iedereen met dit plan aan de slag kan gaan. 

Slide 4 - Slide

Uitvoeren 
  • Je voert het plan uit
  • Je houdt in de gaten of het plan goed aansluit bij het kind
  • Indien nodig pas je het plan aan
  • Kind staat centraal
  • Verandering en aanpassingen goed rapporteren 

Slide 5 - Slide

Evalueren 
"Evalueren is het tussentijds of achteraf beoordelen van een activiteit of handeling op vooraf gestelde criteria. " 

Slide 6 - Slide

  • Productevaluatie: zijn de doelen bereikt?
  • Procesevaluatie: gericht op het proces. Hoe is er samengewerkt? Is de juiste begeleiding gekozen?


Vraag: welke product- en welke procesvraag zou je kunnen stellen als we deze les evalueren? 

Slide 7 - Slide

2. Waar staat de afkorting SMART voor?

Slide 8 - Open question

SMART
Aandachtspunten voor het formuleren van leerdoelen
Let bij het formuleren van doelen op het volgende:
  • Een doel is altijd één vloeiende zin.
  • Alle stappen van SMART staan in deze zin.
  • Gebruik woorden als: heeft, benoemt, kan.
  • Gebruik GEEN woorden als: weet, begrijpt (dit is niet specifiek)

Slide 9 - Slide

Voorbeeld:
Wanneer je vier jarige kinderen wilt leren springen ga je hier een bepaalde periode mee bezig om ze dit aan te leren. Hiervoor kun je het volgende einddoel opstellen:

Tijdens de maandafsluiting op 17 december kunnen alle vier jarige kinderen drie keer met twee voeten van de vloer springen.

Slide 10 - Slide

Je merkt dat Yara moeite heeft om haar jas aan te trekken. Je gaat hier de komende vier weken met haar aan werken.

Welk doel kun je hierbij formuleren?

Slide 11 - Open question

Maarten verveelt zich op de BSO, hij plaagt andere kinderen.
Je weet dat hij games en sporten leuk vindt. Je wilt Maarten de komende vier weken motiveren mee te doen aan activeiten.

Welk doel kun je hierbij formuleren?

Slide 12 - Open question

Je bent net begonnen met stage lopen. Je merkt dat het lastig is dat je de namen van de kinderen niet kent. Je besluit daarom dat je hier de komende weken mee gaat oefenen. Je hebt 20 kinderen in de groep en je wilt de namen over twee weken kennen.

Welk doel kun je hierbij formuleren?

Slide 13 - Open question

1. Methodisch werken is een vaste, doordachte manier van werken om een bepaald doel te bereiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

2. De eerste stap in de methodische cyclus is.......
A
Uitvoeren
B
Een plan maken
C
SMART doelen opstellen
D
Beginsituatie beschrijven

Slide 15 - Quiz

3. De tweede stap in de methodische cyclus is.......
A
Evalueren
B
Een plan maken
C
SMART doelen opstellen
D
Beginsituatie beschrijven

Slide 16 - Quiz

4. De derde stap in de methodische cyclus is.......
A
Doelen formuleren
B
Een plan maken
C
Voorbereiden
D
Uitvoeren

Slide 17 - Quiz

6. De vierde stap in de methodische cyclus is.......
A
Doelen formuleren
B
Een plan maken
C
Evalueren
D
Uitvoeren

Slide 18 - Quiz

6. De vijfde stap in de methodische cyclus is.......
A
Doelen formuleren
B
Een plan maken
C
Beginsituatie beschrijven
D
Evalueren

Slide 19 - Quiz

5. De vierde stap in de methodische cyclus is.......
A
Doelen formuleren
B
Een plan maken
C
Evalueren
D
Uitvoeren

Slide 20 - Quiz

Toetsweek
25 januari

Formatieve toetsen over:
- Activiteiten en ontwikkeling
- Methodisch werken

Slide 21 - Slide

Bufferweek
1 februari

Geen lessen!

Slide 22 - Slide

Wat heb je geleerd?
Waar zou je meer over willen weten?

Slide 23 - Open question