PW H4

PW H4 basis 2 t/m 5 (2K)
Deze toets maak je in LessonUp. Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PW H4 basis 2 t/m 5 (2K)
Deze toets maak je in LessonUp. Zorg er voor dat je de toets inlevert wanneer je klaar bent.
Succes!

Slide 1 - Slide

Rond 1910 waren de spanningen in Europa hoog. De koningen en keizers zochten steun in de bondgenootschappen. Versleep de juiste landen naar het goede bondgenootschap.
Centralen
Geallieerden

Oostenrijk-Hongarije
Duitsland
Groot-Brittannie 
Frankrijk
Rusland

Slide 2 - Drag question

Welke twee uitspraken zijn juist?
Juist
Onjuist
De Eerste Wereldoorlog duurde vier jaar.
Een oorzaak van de eerste wereldoorlog zijn de bondgenootschapen.
Frankrijk, Engeland en Oostenrijk hoorden bij de geallieerden.
De Eerste Wereldoorlog begon in 1918.

Slide 3 - Drag question

Welke twee begrippen horen bij de 132 miljard mark die Duitsland na de Eerste Wereldoorlog moest betalen? 
Horen erbij.
Horen er niet bij.

Herstelbetalingen
Verdrag van Versailles
Bondgenootschap
Loopgraven
Niemandsland

Slide 4 - Drag question

Bekijk de spotprent. Deze gaat over het einde van WOI.
Waar staat de Guillotine symbool voor in het einde van WOI?
A
Verdrag van Versailles
B
De Franse revolutie
C
Vrede van WOI
D
De economische crisis

Slide 5 - Quiz

Bekijk de spotprent. Deze gaat over het einde van wo1.
Wek land moet de geboeide man daarvoor voorstellen?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Amerika
D
Engeland

Slide 6 - Quiz

Bekijk de spotprent. Deze gaat over het einde van WOI.
Leg uit aan weke kant de tekenaar stond. Gebruik voorbeelden uit de bron.

Slide 7 - Open question

Maak de goede combinaties.
Adolf Hitler
Nazi
Wereldcrisis

Verdrag van Versailles
Dictator
lid van Hitlers politieke partij
slechte economie in Amerika
einde van de Eerste Wereldoorlog

Slide 8 - Drag question

Zijn de volgende beweringen goed of fout?

1 Hitler gebruikte propaganda om stemmen te winnen voor de communistische partij.

2 De economische crisis bracht veel Duitsers ertoe om op de NSDAP te stemmen.
A
Beide zijn fout
B
1 is goed en 2 is fout.
C
Beide zijn goed
D
1 is fout en 2 is goed.

Slide 9 - Quiz

Waartegen protesteerden de mensen in bron 2 in Berlijn?

Bron 2
A
Tegen de gevechten in de loopgraven
B
Tegen de oorlog met de Verenigde Staten.
C
Tegen de wapenstilstand met Engeland.
D
Tegen het Verdrag van Versailles.

Slide 10 - Quiz

Gebruik bron 2 opnieuw.
Het is goed mogelijk dat mensen op deze foto na 1929 lid werden van een bepaalde politieke partij. Welke partij was dat?
Bron 2

Slide 11 - Open question

Lees de bron en beantwoord de vraag op de volgende slide.

Slide 12 - Slide

Lees de bron en sleep de zinnen naar de goede plaats.
Kenmerken van het kapitalisme
die je herkent in bron 3.
Foute antwoorden
Een steeds goedkopere productie van goederen
Steeds meer winst maken.
Iedereen is gelijk en verdiend hetzelfde.
Fabrieken zijn in handen van de overheid.

Slide 13 - Drag question

Welke drie oorzaken zorgde er in 1929 voor dat de Amerikaanse economie instortte?
Oorzaken
Geen oorzaken

Amerikaanse banken hadden veel geld uitgeleend.
De Amerikaanse regering maakte weinig regels voor de banken.
De Amerikanen verdienden teveel geld.
De Amerikaanse president was te streng voor de burgers.
De Amerikanen kochten teveel producten met geleend geld.

Slide 14 - Drag question

Lees de bron. welk begrip hoort hier bij? Leg uit waarom!
Kies uit: Economische crisis - Bondgenootschap - Von Schlieffenplan - Massaproductie
De tekst staat indien nodig groter op de volgende slide.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
De Amerikaanse economie stort in.
Verdrag van Versailles.
Hitler wordt lid van de NSDAP.
Begin van de Eerste Wereldoorlog.
Adolf Hitler wordt leider van Duitsland.

Slide 17 - Drag question

De NSDAP was de partij van de …1… De leider van deze partij was …2…Hij wilde van Duitsland weer een sterk en machtig land maken. Door slimme ..3…, reclame via kranten, radio en andere media, werd Hitler in ..4… de machtigste leider van Duitsland. De nazi’s vonden de …5… een minderwaardig ras. De haat tegen hen noemen we …6…
Vul de gaten in de tekst.
Joden
Propaganda
Nationaal-socialisten
1933
Antisemitisme
Adolf Hitler

Slide 18 - Drag question

Zet de zinnen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
De NSDAP wordt de grootste politieke partij in Duitsland.
De Duitse regering geeft zich over en tekent de wapenstilstand.
De Zwarte hand pleegt een aanslag op Frans Ferdinand.
In Europa begint de Eerste Wereldoorlog.
Hitler voert wetten indie eroor zorgden dat joden niet meer dezelfde rechten hadden als Duitsers.

Slide 19 - Drag question