h3 Het Romeinse rijk en par 1 De verovering v.e groot rijk
Het Romeinse Rijk
Praktische opdracht: Romulus en Remus
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Het Romeinse Rijk
Praktische opdracht: Romulus en Remus
Slide 1 - Slide
Het Romeinse Rijk
Praktische opdracht: Romulus en Remus
Slide 2 - Slide
Het Romeinse Rijk
Praktische opdracht: Romulus en Remus
Slide 3 - Slide
Het Romeinse Rijk
Praktische opdracht: Romulus en Remus
Slide 4 - Slide
Het Romeinse Rijk
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
3.1 De verovering van een groot rijk
Slide 8 - Slide
De Romeinse Republiek
De naam republiekkomt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak, in het Latijn.
Op papier is de republiek een democratie...
...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht. Een aristocratie
Slide 9 - Slide
Senaat = vergadering over wetsvoorstellen
Slide 10 - Slide
2 Consuls = voorzitter die wetsvoorstellen mag doen
Senaat = vergadering over wetsvoorstellen
Slide 11 - Slide
Volkstribunen
Een van de belangrijkste bestuurders.
Er waren er twee.
Kwamen op voor de belangen van de plebejers.
Baan voor één jaar.
Recht van veto (andere volkstribuun, consuls, senaat en ambtenaren)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Het Romeinse leger
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Generaal en senator
Julius Caesar
Machthebber en dictator tijdens de Republiek
Wordt in 44 v Chr vermoord
door leden van zijn eigen senaat
Slide 16 - Slide
Keizer(=caesar)Augustus
Heeft als eerste keizer alle macht en brengt weer rust en vrede in het Romeinse Rijk:
De Pax Romana
Slide 17 - Slide
Zelfstandig werken
Maak de oriëntatie van h 3
lees par 3.1
maak par 3.1
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Hoe wordt de bestuursvorm genoemd van de Romeinen na de koning(en)?
A
Democratie
B
Aristocratie
C
Republiek
D
Keizerrijk
Slide 19 - Quiz
Wat voor soort mensen zaten er in de senaat?
A
alle Romeinse burgers
B
Consuls
C
Rijke Romeinse mannen
D
Rijke en belangrijke Romeinse mannen
Slide 20 - Quiz
Wie waren er machtiger: De 2 consuls of de senatoren?
A
De consuls
B
De senatoren
Slide 21 - Quiz
Hoe kon het Romeinse Rijk zo groot worden?
A
Door de handel
B
Door een sterk leger
C
Door de macht van de rijke families
D
Omdat een keizer aan de macht stond
Slide 22 - Quiz
Wie was de baas in het Romeinse Rijk in de tweede eeuw v.Chr?
A
De Senaat. Het Romeinse rijk was een republiek
B
Het hele volk
C
De keizer. Het Romeinse rijk was een keizerrijk
D
Het leger
Slide 23 - Quiz
Wie had er vetorecht
A
Senaat
B
Consuls
C
volksvergadering
D
de keizer
Slide 24 - Quiz
Elk jaar koos het Romeinse volk consuls. Hoeveel consuls werden er gekozen?
A
4
B
3
C
2
D
Groep van 50 mannen
Slide 25 - Quiz
Waar of niet waar?
Het Romeinse leger is het eerste goedgeorganiseerde beroepsleger.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
Wat was geen reden voor het succes van het Romeinse leger?
A
Het leger was goed bewapend en goed getraind
B
Eer om te mogen vechten
C
Het leger was goed georganiseerd
D
Sterkste mensen
Slide 27 - Quiz
In veel boeken over de Romeinen wordt regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.
Wat zou dit betekenen?
A
Romeinse Tijd
B
Romeinse Keizer
C
Romeinse Rijk
D
Romeinse Republiek
Slide 28 - Quiz
Laatste vraag ....wat is waar? Romeinse soldaten:
A
Zaten vrijwillig in het leger
B
Vonden het een eer om voor Rome te vechten
C
Waren goed getraind, maar kregen geen geld
D
Werden vanuit veroverde gebieden betaald
Slide 29 - Quiz
Welke woorden, namen begrippen weet je nog van de vorige les?
Slide 30 - Mind map
Slide 31 - Video
Waar waren veel senatoren in het voorgaande fragment bang voor?
Slide 32 - Open question
Na Augustus nog 400 jaar keizers aan de macht in het Romeinse Rijk
Om macht te houden en opstanden de kop in te drukken, gaven keizers brood aan het volk en organiseerden de keizers spelen als vermaak om het (vooral arme) volk rustig te houden.....
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
Slide 35 - Video
Zet de onderstaande zinnen over de Romeinen in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later.
1
2
3
4
5
6
Christenen worden opgepakt en vermoord
Het christendom wordt de nieuwe staatsgodsdienst van de Romeinen
Romulus en Remus worden grootgebracht door de wolvin
Julius Caesar wordt vermoord
De Pax Romana breekt aan
Het Romeinse Rijk wordt een Republiek met een senaat als bestuur