2.3.4 Licht: Breking

2.3.4 Licht: Breking
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Natuur en techniekHBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

2.3.4 Licht: Breking

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Een ezelsbruggetje:
Hierbij krijg je een handig ezelsbruggetje mee, zodat je nooit meer de verschillen tussen bijziend en verziend vergeet!

Bij Van Houten            Verkoopt Anna Brood
Bijziend                          Verziend
Voor het netvlies        Achter het netvlies
Holle lens                       Bolle lens





Slide 2 - Slide

This item has no instructions

2.3.4 Lichtbreking
Je kunt uitleggen dat licht breekt bij de overgang van lucht naar water en van water naar licht

Slide 3 - Slide

Practicum hoek van breking

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Breking van licht
  • Licht beweegt in rechte lijnen.
  • Licht breekt wanneer het in een ander medium komt.
  • De voortplantingssnelheid  veranderd dan.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Veranderen van de voortplantingssnelheid

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bij elke overgang naar een andere stof breekt het licht.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Ontdekken
Onderzoek hoe de een optische schijf het licht breekt.
  • Omtrek + gebroken lichtstraal tekenen op het uitwerkblad. 
  • Per uitwerkblad één soort optische schijf.
  • Doe zoveel mogelijk metingen om te ontdekken hoe lichtbreking werkt. Wat valt je op aan de hoeken?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Lichtbreking naar de normaal toe en van de normaal af.

Slide 9 - Slide

Laag naar hogere optische dichtheid: naar de normaal toe.
Hoge naar lage optische dichtheid: van de normaal af.
Lichtstralen zijn omkeerbaar.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Teken mee

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lichtbreking bij een bolle lens
Teken mee 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bolle lens
Een bolle lens knikt de lichtstralen naar binnen.



CONVERGERENDE WERKING

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Bolle (+) lens
1
2
3

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een bolle lens vergroot

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Lichtbreking bij een holle lens
Teken mee

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Holle lens: divergerende werking

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Holle (-) lens
1
2
3

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Holle lens

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

In de figuur is een zogenoemde prismabril getekend. Een persoon kan door naar beneden in het prisma te kijken, zien wat er voor hem gebeurt.

Is de breking bij overgang 1 juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


Is de breking bij overgang 2 juist weergegeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Een vis zwemt onder het wateroppervlak. Iemand bevindt zich in punt O
en kijkt naar de vis.
De persoon ziet de vis ...
A
dieper dan in werkelijkheid.
B
op dezelfde diepte.
C
minder diep.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Een vis zwemt onder het wateroppervlak. Iemand bevindt zich recht boven
de vis en kijkt naar de vis.
De persoon ziet de vis ...
A
dieper dan in werkelijkheid.
B
op dezelfde diepte.
C
minder diep.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

licht breking
Het oog:
Adequate prikkel => licht.
zintuig   =>      lichtzintuig
orgaan   =>       het oog

Beeld ontstaat op het netvlies!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Scherp zien
Leg nu eens uit: hoe komt het nou dat je niet tegelijkertijd dichtbij en scherp kunt zien. Tip: kijk naar de lenzen in het plaatje. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Bijziend en verziend
Holle lenzen: Als je moeite hebt om van veraf 
te zien en alleen dichtbij scherp ziet (bijziend).



Bolle lenzen: Als je moeite hebt om van
dichtbij te zien en alleen in de verte scherp
kunt zien (verziend). 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Accomoderen 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Een bril?
Korte oogbol = verziend = beeld achter netvlies =>
bolle lenzen (+) om dichtbij te zien. 

Lange oogbol = bijziend = beeld voor netvlies =>
holle lenzen om in de verte te zien

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Waar gebruik je geen bolle lens voor?
A
Een microscoop
B
Een vergroot glas
C
Een leesbril
D
Een bril voor veraf

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Bij een bolle lens gaan de lichtstralen
A
evenwijdig
B
uit elkaar
C
naar elkaar toe
D
terug naar de lichtbron

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Verziend
Bijziend
Wat hoort waarbij?
Dichtbij is onscherp
Veraf is onscherp
Bril met holle lens nodig
Bril met bolle lens nodig

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Holle lens
Bolle lens

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Als de oogbol te groot is ben je

Daarbij worden lichtstralen                                    gebogen

Met een                                   worden lichtstralen goed gebogen 
Bijziend
Verziend
Te zwak
Te sterk
Holle (-) lens
Bolle (+) lens

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

Een vergrootglas is een bolle lens.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Welke lenzen zijn
positieve lenzen?
Er zijn meer antwoorden goed.
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions