De rode woorden zijn signaalwoorden en ze verbinden de zinnen met elkaar. Die verbinding noem je een tekstverband.
Zaterdag is de lievelingsdag van Pim, maar hij heeft pianoles (een tegenstelling)
Zaterdag is de lievelingsdag van Pim, tenzij hij pianoles heeft. (een voorwaarde)
Zaterdag is de lievelingsdag van Pim, omdat hij pianoles heeft. (reden)
Zaterdag is de lievelingsdag van Pim, ook heeft hij pianoles. (opsomming)