Breuken, hoe zat dat ook alweer? De basis

Breuken. Hoe zat dat ook alweer?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Breuken. Hoe zat dat ook alweer?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video


Welke breuk zie je hier?
A
1/1
B
4
C
2/4
D
1/4

Slide 3 - Quiz


Welke breuk zie je hier?
A
1/5
B
3/5
C
3/6
D
3/4

Slide 4 - Quiz


3 / 10 betekent
A
10 van de 3
B
3 +10
C
3 van de 10
D
3 x10

Slide 5 - Quiz


Welke twee breuken zie je hier?
A
1/3 en 3/3
B
1/3 en 2/3
C
1/2 en 2/3
D
1/5 en 1/3

Slide 6 - Quiz


Deze breuk kunnen we omschrijven als...
A
4 van de 9
B
5 van de 9
C
9 van de 5
D
5 van de 10

Slide 7 - Quiz


Is dit juist of onjuist?

Slide 8 - Open question


Welke breuk hoort hier bij?

Slide 9 - Open question


Welke breuk hoort hier bij?
A
5 / 8
B
6/4
C
4/4
D
1 1/4

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Vereenvoudig 6/12
A
2/4
B
3/4
C
1/2
D
1/6

Slide 13 - Quiz

Vereenvoudig 6/8
A
2/3
B
2/3
C
2/4
D
3/4

Slide 14 - Quiz

Welke breuk zie je hier?
A
3/4
B
8/4
C
4/4
D
1 3/4

Slide 15 - Quiz

Sleep de juiste breuken naar elkaar.
4
6
3
9
12
6
6
4
1   2
    4
2
 1  
 3
2
3

Slide 16 - Drag question

Vereenvoudig de breuk 4/3
A
1/3
B
2/3
C
3/4
D
1 1/3

Slide 17 - Quiz

Vereenvoudig de breuk 8/3

Slide 18 - Open question

Breuken optellen en aftrekken
Om breuken bij elkaar op te kunnen tellen moet je ze eerst gelijk maken, oftewel de noemers gelijk maken.
Bijvoorbeeld: 

Slide 19 - Slide

Breuken optellen

A
4/10
B
4/8
C
5/8
D
7/8

Slide 20 - Quiz

Vragen?

Slide 21 - Slide