Breuken 1

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Breuken deel 1

Breuken

Wat gaan we doen?

• Wat zijn breuken?
• Breuken optellen
• Breuken aftrekken 

Hoe zat het ook alweer?

Breuken bestaan uit twee getallen

die boven elkaar staan.

Een half is:

   1       (de teller)

     2     (de noemer)

Hier zie je een halve als breuk genoteerd (spreek uit: één tweede).

De noemer geeft aan in hoeveel stukken het voorwerp, getal of de cirkel gebroken is.

De teller geeft aan hoeveel van die stukken er zijn.

Breuken optellen 

Hier zie je een halve als breuk genoteerd (spreek uit: één tweede).

De noemer geeft aan in hoeveel stukken het voorwerp, getal of de cirkel gebroken is.

De teller geeft aan hoeveel van die stukken er zijn.

Breuken optellen 

Hier zie je een halve als breuk genoteerd (spreek uit: één tweede).

De noemer geeft aan in hoeveel stukken het voorwerp, getal of de cirkel gebroken is.

De teller geeft aan hoeveel van die stukken er zijn.

Breuken aftrekken 

Hier zie je een halve als breuk genoteerd (spreek uit: één tweede).

De noemer geeft aan in hoeveel stukken het voorwerp, getal of de cirkel gebroken is.

De teller geeft aan hoeveel van die stukken er zijn.

Breuken optellen en aftrekken 

stap 1:     Altijd gelijknamig maken

     

stap 2:    Rekenen met de tellers (+ of -)

Stap 3:    Noemer overschrijven (niets meer me doen!) 

• Teller en noemer Breuk 1 x noemer Breuk 2             EN 

     Teller en noemer Breuk 2 x noemer Breuk 1

• Als breuken een veelvoud van elkaar zijn 

     "kleinste breuk" verhogen tot andere noemer met                                vermenigvuldiging 

3/4 - 4/12

1. 1/4
2. 1/8
3. 5/12
4. 7/12

10/3 - 3/10

1. 70/300
2. 7/30
3. 91 / 300
4. 91 / 30

vereenvoudigen

met ggd

Vereenvoudigen van breuken

• Delen door hetzelfde getal
• Helen eruit halen

Voor volgende les

Breuken

• Wat zijn breuken?

• Breuken optellen en aftrekken 1

• Breuken optellen en aftrekken 2