opdracht 2: het lichaam/ der Körper

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2,3

3 Basis, Mittwoch, den 10. Februar

Deze les herhalen we de woorden van afgelopen vrijdag en bereiden we voor op aanstaande vrijdag. Het gaat om Kapitel 4 - der Körper

Doel: 

• Je kent een aantal lichaamsdelen in het Duits.
• Je kent een aantal woorden die met gezondheid te maken hebben

Kijk goed naar de afbeelding op de volgende dia. 

Deze herkennen jullie. 

Na deze afbeelding moeten jullie vragen over deze afbeelding beantwoorden.

Het gaat om woorden uit de Lernliste blz. 134

K

sich freuen

unangenehm

angespannt

locker

nervös

aufgeregt

sich mögen

ontspannen

onaangenaam

zich verheugen

gespannen

opgewonden

nerveus

elkaar leuk vinden

de rimpels

de tanden

schadelijk zijn

ouder worden

dalen

vruchtbaarheid

de huid

volwassen

die Haut

erwachsen

Fruchtbarkeit

sinken

altern

schaden

die Zähne

die Falten

• der Finger
• der Rücken
• der Arm
• der Fuß
• die Hand
• die Ferse
• das Bein
• der Kopf
• der Hals
• das Knie

Zet het juiste nummer bij het woord. Noteer dit in je schrift.

Open de volgende dia en speel het memory spel.

• klik op spielen.
• klik de telefoon aan voor geluid.
• probeer het woord en de plaatjes bijelkaar te zoeken.
• klik op : noch mal spielen om je tijd te verbeteren.
• ga door tot je onder de 20 seconden zit.

https:

Welke lichaamsdelen horen bij welk werkwoord op de volgende dia?

sehen

fühlen

laufen

schreiben

küssen

essen

hören

lecken

riechen

das Auge

der Finger

das Bein

die Hand

der Mund

die Zähne

das Ohr

die Zunge

die Nase

Was bedeutet 'Gute Besserung!'

Was bedeutet 'Wie geht es dir?'

Was bedeutet 'Ich bin krank'

Was bedeutet 'Mir ist kalt'

learningapps.org

https:

Als het goed is:

1. Ken je nu allerlei lichaamsdelen in het Duits
2. Ken je de woorden D-NL van de Lernliste, bz. 134

Dat betekent dat je goed voorbereid bent voor vrijdag. Zie jullie dan!