This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Nederlands
Fictie: Het Gouden Ei' Les 4 Rundervoort
Slide 1 - Slide
Vorige les heb je...
...heb je een aantal literaire begrippen doorgenomen (het thema, motieven, moraal, realisme, (non-)fictie, mening, argumenten en genres). ...heb je een aantal vragen beantwoord over deel 3.
Slide 2 - Slide
Deze les ga je...
...leren wat hoe het verhaal verteld wordt.
...leren wat meningen en argumenten zijn.
...ga je deel 4 en deel 5 lezen.
...een aantal vragen beantwoorden over deel 4 en deel 5.
Slide 3 - Slide
Perspectief
Een perspectief geeft aan hoe een verhaal wordt verteld.
We kunnen vier soorten perspectieven onderscheiden:
Ik-perspectief: vanuit de ik-persoon (in het hoofd)
Personaal perspectief: vanuit de hij/zij-persoon (in het hoofd)
Auctoriaal (alwetend) perspectief: helikopterview (de schrijver weet alles van iedereen en levert soms ook commentaar)
Wisselend perspectief: er wordt afgewisseld tussen de verschillende perspectieven. Er wordt bijvoorbeeld afgewisseld tussen twee hoofdpersonages die elk hoofdstuk vanuit hun eigen ik-perspectief de gebeurtenissen beschrijven.
Slide 4 - Slide
Mening & argumenten
Beoordelingswoorden: je mening geef je door beoordelingswoorden te noemen.
Argumenten: je beoordelingswoorden onderbouw je met argumenten. Je legt hiermee uit waarom je het boek spannend, interessant of anders vond. Je kunt hierbij ook nog verwijzen naar een fragment uit het boek om je argumenten extra te ondersteunen.
Slide 5 - Slide
Mening & argumenten
Emotieve argumenten: je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie). (maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend)
Realistische argumenten: je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt. (geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel)
Morele argumenten: je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen. (Goed voorbeeld - keur ik af - asociaal - rechtvaardig - betrokken)
Slide 6 - Slide
Over de ontvoering (deel 3): gaat alles volgens plan, zoals Lemorne het bedacht/geoefend had? Waarom wel/niet?
Slide 7 - Open question
Over deel 3: welke aanwijzingen krijg je als lezer over de tijd waarin dit deel van het verhaal zicht afspeelt?
Slide 8 - Open question
Waar speelt deel 4 zich af?
Slide 9 - Open question
Wie is Sandra?
Slide 10 - Open question
Waarom controleert Rex zijn postbus zo vaak?
Slide 11 - Open question
Onder de kop FRANSE OPROEP VOOR VERDWENEN VRIENDIN, werd het verhaal van de verdwijning nog eens verteld, beknopt, en met foutjes. Er werd toch een bedrag genoemd dat hij voor de advertenties zou hebben betaald. De prijs: een slordige 80.000 gulden. Hij beeft er zich diep voor in de schulden moeten steken. En de hoop? “Nihil,” zegt Hofman. “Het is een hommage.” (blz. 49 PDF, blz. 76? boek). Wat bedoelt Rex hier met "Het is een hommage"?
Slide 12 - Open question
Hoe heeft Lemorne Rex gevonden?
Slide 13 - Open question
Noteer stapsgewijs hoe Rex besluit om in te gaan op Lemornes voorstel om te ondergaan wat er met Saskia is gebeurd.
Slide 14 - Open question
Wanneer krijg je als lezer antwoord op de vraag wat er met Saskia is gebeurd?
Slide 15 - Open question
Waarom besluit Rex in de auto naar Frankrijk te stoppen bij Lemorne, ook al weet hij dat dat zijn dood wordt?
Slide 16 - Open question
Rex rookte. Hij was te vaak over deze weg gekomen om er nog de weg van toen in te kunnen zien, maar bij een viaduct even buiten Roubaix kwam er onverwachts een herinnering die op deze reis had gewacht. Hier waren ze bezig geweest met een spel ‘Dieren met een K’, en zij had lang volgehouden, misschien tot aan de eerste irritatie van die dag, dat haar klaroen echt bestond. “Je eet het met Kerstmis! Het is een soort kalkoen!” (blz. 54 PDF, blz. 82? boek) Is dit een flashback of een terugwijzing? Waarom?
Slide 17 - Open question
Noteer een aantal passages/fragmenten waaruit blijkt dat Lemorne de ontmoeting met Rex goed heeft voorbereid.
Slide 18 - Open question
In deel 1 staat: "Saskia was de enige met wie hij er werkelijk naar had verlangd één te zijn." In hoeverre is het Rex (aan het einde van deel 4) gelukt om één te worden met Saskia?
Slide 19 - Open question
Welke motieven komen naar voren in deel 4?
Slide 20 - Open question
De afgelopen lessen heb je nagedacht over wat er met Saskia gebeurd kon zijn. In hoeverre had je dit goed 'voorspeld'?
Slide 21 - Open question
Geef je mening over het Gouden ei. Gebruik hierbij een emotief, een moreel en een realistisch argument. Onderbouw je mening ook (eventueel met voorbeelden uit het boek).
Slide 22 - Open question
Lesdoel behaald?
Ik weet wat emotieve, realistische en morele argumenten zijn.
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quiz
Lesdoel behaald?
Ik kan mijn mening geven over Het gouden ei met een emotief, realistisch en moreel argument.