H7.5 - Les 6: Gevolgen van klimaatverandering

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

H7.5 -

GEVOLGEN

VAN

KLIMAAT-VERANDERING

4 MAVO

Hoofdstuk 7

Water

Paragraaf 5

Gevolgen klimaatverandering

---

M. Zeelenberg

[e-mail]

Wat gaan we doen vandaag?

Herhaling: Kwaliteit & kwantiteit van water

Afronding H7: Gevolgen van klimaatverandering

CHECK HUISWERK 24 t/m 28

1. Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de begrippen grijs water en brak water betekenen.
2. Je kan uitleggen hoe verdamping in kustgebieden van Nederland tot verzilting leidt.
3. Je kan aangeven waarvoor Rijkswaterstaat verantwoordelijk is.
4. Je kan de 4 taken noemen van waterschappen.
5. Je kan uitleggen hoe verdamping tot verdroging leidt.

WATERSCHAPPEN / RIJKSWATERSTAAT

WATERSCHAPPEN -

Regionale overheid die zorgt voor veiligheid, bevaarbaarheid, kwaliteit en peil van het water.

RIJKSWATERSTAAT -

Overheidsdienst die zorgt voor veiligheid, bevaarbaarheid en waterkwaliteit van de grote rivieren en de zee.

Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.

GRIJS WATER

Licht vervuild water

ZWART WATER

Zitten veel schadelijke bacteriën in.

Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.

BRAK WATER

Mengsel van zoet en zout water, minder zout dan zeewater.

PROCESWATER

Water dat in landbouw, fabrieken en elektriciteitscentrales wordt gebruikt, maar niet verbruikt.

Grijs water, zwart water, brak water, proceswater en koelwater.

KOELWATER

Water dat gebruikt wordt om machines af te koelen.

Grijs water
, Brak water, Proceswater, Zwart water & Koelwater 

1. Afvalwater van watergebruik in de keuken.
   
2. Mengsel van zoet en zout water.
   
3. Water waarmee groenten in een fabriek worden gewassen.
   
4. Afvalwater van het toilet.
   
5. Elektriciteitscentrales voeren dit warme water af naar rivieren.
   

VERZILTING IN NEDERLAND

LESDOELEN

1. Je weet dat klimaatverandering zorgt voor zeespiegelstijging en een onregelmatigere afvoer van rivieren.
2. Je kan uitleggen hoe het Deltaplan/Deltawerken ons beschermen tegen de zee.
3. Je kan uitleggen hoe getijden kunnen helpen bij kustverdediging.
4. Je kan voor de volgende maatregelen van Ruimte voor de Rivier beschrijven wat er wordt gedaan om de rivier meer ruimte te geven: Dijkverlegging, aanleg nevengeul, uiterwaardvergraving, aanleg overloopgebied en kribverlaging.

BESCHERMING TEGEN HOOG WATER

KUST-VERDEDIGING

Alle maatregelen die voorkomen dat het land in zee verdwijnt.

ZANDMOTOR

RUIMTE VOOR DE RIVIER?

RUIMTE VOOR DE RIVIER

Je kan voor de volgende maatregelen van Ruimte voor de Rivier beschrijven wat er wordt gedaan om de rivier meer ruimte te geven: 

Dijkverlegging, aanleg nevengeul, uiterwaardvergraving, aanleg overloopgebied en kribverlaging.

RUIMTE VOOR DE RIVIER

Noteer de 5 maatregelen uit §7.5 om rivieren meer ruimte te geven, na de uitleg heb je ze straks nodig.

1. Dijkverlegging
   
2. Aanleg nevengeul
   
3. Uiterwaardafgraving
   
4. Aanleg overloop
   
5. Kribverlaging

Hou minimaal 2 witregels onder ieder begrip, de definitie komt straks.

DIJKVERLEGGING

Het verplaatsen van de dijk om de rivier meer ruimte te geven.

AANLEG NEVENGEUL

Extra geul naast een rivier om bij hoogwater meer rivier water af te kunnen voeren.

UITERWAARD AFGRAVING

Het weghalen van grond uit de uiterwaard, zodat er meer ruimte voor water is.

AANLEG OVERLOOP

Lager stuk van een dijk waar water uit een overvolle rivier tijdelijk en gecontroleerd naar een polder kan stromen.

KRIBVERLAGING

Verlagen van de stenen dam in de rivier die de vaargeul stabiel houdt.

Op welke plek kan je het beste de kribben verlagen?

Op welke plek kun je het beste een dijkverlegging uitvoeren?

Op welke plek kun je het beste een overloop aanleggen?

Aan de slag!

• Lees H7.5: Gevolgen van klimaatverandering
  
• Maak de kennen- en kunnenlijst; 29 t/m 32
• Zorg dat je mooie voorbeelden tekent (zoals Ruimte vd Rivier).

Regels wanneer je aan het werk bent:

• Je werkt alleen en in stilte.
• Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.

Zijn er nog vragen?

Je kunt ze klassikaal stellen

Je kunt mij mailen; [e-mail]

Je kunt me altijd opzoeken op school; 

aanwezig op maandag t/m donderdag